14 april B2j

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom

Login en zet je camera aan. 

Planning 

Huiswerk bespreken

Oefenen met samengestelde zinnen

Noteer het ww gez en het lv

1. Tijdens de wedstrijd bezeerde ik me behoorlijk.
2. Je moet je niet met andermans zaken bemoeien. 
3. Verstopte jij je nu weer achter het gordijn?
4. Voor een bijzondere gelegenheid kleed ik mij altijd feestelijk aan. 
5. Voor dat kinderachtige gedoe moet Bram zich schamen.  

Proefwerk

Samengestelde zinnen (herkennen en toepassen)

Zinsdelen benoemen

Woordsoorten benoemen

Magister - daar staat alles beschreven

Bestudeer de theorie van grammatica H4 en H5 (woordsoorten)

Bestudeer ook de grammatica die we al eerder hebben behandeld. 

Proefwerk

Op school: je maakt het proefwerk. Daarna lees je in je boek. 

Thuis: je logt gewoon in in de les en blijft ingelogd. 

Je maakt opdrachten (meer info volgt later). Klaar? Lees in je boek. 

Extra oefenen met samengestelde zinnen

Opdracht in Teams gemaakt. 

Samen met mij oefenen...

De rest maakt opdracht 5 (blz. 151)

Waaraan herken je
een hoofdzin?

Waaraan herken je
een bijzin?

Welke nevenschikkende
voegwoorden zijn er?

aanwijzingen hz of bz

1. Uit hoeveel zinnen bestaat de samengestelde zin?
2. Waar staat de persoonsvorm in de zin?
3. Staat het onderwerp naast de persoonsvorm of staat er een ander zinsdeel tussen (of zou er een ander zinsdeel kunnen staan)?
4. Welke voegwoorden worden gebruikt?
5. Let op: er is altijd minimaal 1 hoofdzin. 

Ik ga naar de stad en ik koop een nieuwe tas.

1. Uit hoeveel zinnen bestaat de samengestelde zin?
2. Waar staat de persoonsvorm in de zin?
3. Staat het onderwerp naast de persoonsvorm of staat er een ander zinsdeel tussen (of zou er een ander zinsdeel kunnen staan)?
4. Welke voegwoorden worden gebruikt?

Ik heb een nieuwe tas nodig, omdat mijn oude kapot is gegaan. 

1. Uit hoeveel zinnen bestaat de samengestelde zin?
2. Waar staat de persoonsvorm in de zin?
3. Staat het onderwerp naast de persoonsvorm of staat er een ander zinsdeel tussen (of zou er een ander zinsdeel kunnen staan)?
4. Welke voegwoorden worden gebruikt?

Of de mooiste tas afgeprijsd is, moet ik nog gaan onderzoeken.

1. Uit hoeveel zinnen bestaat de samengestelde zin?
   
2. Waar staat de persoonsvorm in de zin?
   
3. Staat het onderwerp naast de persoonsvorm of staat er een ander zinsdeel tussen (of zou er een ander zinsdeel kunnen staan)?
   
4. Welke voegwoorden worden gebruikt?

Toen de stroom uitviel, staken we kaarsen aan, omdat het aardedonker was.

Hoewel de weg glad is, veroorzaak ik geen ongelukken, want ik rijd voorzichtig.

samengestelde zinnen

Bouwen van een samengestelde zin:

• Let op de voegwoorden die je gebruikt.
• Let op het aantal persoonsvormen. 

Herken de structuur/opbouw van je zin. 

hz + bz + bz

Ik ben vandaag extra vroeg opgestaan, omdat ik moet leren voor mijn toets, zodat ik dit keer wel een goed cijfer haal. 

samengestelde zinnen

hz + bz + bz

Ik ben vandaag extra vroeg opgestaan, omdat ik moet leren voor mijn toets, zodat ik dit keer wel een goed cijfer haal. 

Tweede bijzin: ow en pv naast elkaar...? 

Zelf aan de slag!

Maak opdracht 4 (blz. 119)

Straks zal je een zin delen met de klas. 

Nieuwsquiz