Vorm:
Stap 1:
Kies have (I, we, you, they) of has (he, she, it)
Stap 2: Zet het werkwoord in de voltooide tijd.
- regelmatig werkwoord = d/ed
- onregelmatig werkwoord = 3e rijtje (swim - swam - swum)
Ontkenning
persoon + have not of has not + voltooid deelwoord
I have not seen her for ages.
Stephen has not spoken to me in three days, he is still angry.
Vraag
have(n't) of has(n't) + persoon + voltooid deelwoord
Have you opened the door? vs. Haven't you opened the door?
Has she gone home yet? vs Hasn't she gone home yet?
Gebruik:De present perfect wordt gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en het nu nog belangrijk of aan de gang is. Er is dus een link tussen toen en nu.
We gebruiken de present perfect ook om aan te geven dat iets in het verleden is begonnen en het nu nog steeds zo is. Resultaat en/of gevolg
TIP! The signal words that go with the present perfect can be memorised by the words juf (just, until, for) and en sysar (ever, never, since, yet, so far, already, recently).