Introductie 2023

1 / 42
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Waar moet je zelf ziek melden?
A
Bij de docent
B
Bij je moeder
C
Op de studenten portaal
D
Ik ben nooit ziek

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je meenemen in de les?
A
Laptop met volle accu
B
Laptop lege accu
C
Kauwgom
D
eten en drinken voor in de klas

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel periodes heeft een schooljaar?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Krijg je de boeken digitaal of fysiek?
A
Beide
B
Digitaal
C
Fysiek
D
WTF

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aanvangstoets

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al over de Wet van Ohm?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

De eenheid van stroomsterkte is:
A
Volt
B
Watt
C
Ampère
D
Ohm

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de wet van Ohm
A
R = I/U
B
R = U/I
C
R = U.I
D
R = P/I

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

R is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

I is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het symbool voor spanning?
A
P
B
U
C
I
D
t

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Spanning (U) = 12V
Stroom sterkte (I) = 0,5 A
Wat is de weerstand

A
R= U . I R= 12V x 0,5 A R= 6 ohm
B
R= I/U R = 0,5A / 12V R = 0,042 ohm
C
I = U / R I= 12V /12 ohm I= 1A
D
R = U/I R= 12V /0,5A R=24 ohm

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Spanning is 230 Volt en de stroom is 10 Ampere.
Wat is de weerstand van het apparaat?
A
2,3 ohm
B
2300 ohm
C
23 ohm
D
0,04 ohm

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Over een lampje wordt een spanning van 12 V gemeten.
De stroomsterkte is 13 mA.
Wat is de weerstand van het lampje

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Juiste antwoord
R = U/I
R = 12/0,013
R = 923,08 Ohm
(R = 9,2 ·10^2 Ohm)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

De spanning in een oplader wordt terug gebracht van 230 V naar 5,0 V. De telefoon laadt het beste op met een stroomsterkte van 2,0 A.
Wat is de weerstand van de oplader?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Antwoord
R = U / I
R = 5 / 2
R = 2,5 Ohm

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Is de overeenkomst belangrijk?
A
Nee
B
Een beetje
C
Ja heel erg belangrijk

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 41 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions