1.4 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

1.4 Grammatica

Lesopbouw

1. Terugblik vorige les + nakijken opdracht 3 en 16 van 1.3.

2. Lesdoelen deze les.

3. Voorkennis activeren: samen opdracht 1 + 2 maken en herhaling zinsdelen.

4. Instructie zinsdelen.

5. Samen opdracht 3 maken.

6. Zelfstandig werken.

Terugblik vorige les

• Wat hebben we vorige les gedaan?
• Wat is een voorzetsel?
• Nakijken opdracht 3 en 16.

Lesdoelen

1. Aan het einde van de les heb je de volgende zinsdelen herhaald: pv, wg, o, lv en mv.

2. Aan het einde van de les kun je een bijwoordelijke bepaling (bwb) in een zin benoemen.

Voorkennis activeren

1. Opdracht 1 en 2.

2. Hoe vind je de pv in een zin?

3. Hoe vind je het wg in een zin?

4. Hoe vind je het o in de zin?

5. Hoe vind je het lv in een zin?

6. Hoe vind je een mv in een zin?

Wat is de pv in de volgende zin: Vanmiddag heeft mevrouw Janssen ons de proefwerkcijfers teruggegeven.

Wat is het wg in de volgende zin: Vanmiddag heeft mevrouw Janssen ons de proefwerkcijfers teruggegeven.

Wat is het o in de volgende zin: Vanmiddag heeft mevrouw Janssen ons de proefwerkcijfers teruggegeven.

Wat is het lv in de volgende zin: Vanmiddag heeft mevrouw Janssen ons de proefwerkcijfers teruggegeven.

Wat is het mv in de volgende zin: Vanmiddag heeft mevrouw Janssen ons de proefwerkcijfers teruggegeven.

Instructie bijwoordelijke bepaling

1. Onderstreep de pv.

2. Zet zinsdeelstrepen.

3. Benoem het wg.

4. Benoem het o.

5. Benoem het lv.

6. Benoem het mv.

7. Welke zinsdelen blijven over? Die noem je bwb!

Wat is de bwb in de volgende zin: Vanmiddag heeft mevrouw Janssen ons de proefwerkcijfers teruggegeven.

Klassikaal aan de slag met opdracht 3

Zelfstandig werken

• Je maakt opdracht 3,4, 5, 7, 8 en 10 
• Afspraken bij het zelfstandig werken:

1. Als je iets niet snapt mag je je schoudermaatje vragen. Doet dit zachtjes.
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht.
3. Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.

Afsluiting

Hoe vind je de bijwoordelijke bepaling (bwb) in een zin?

Huiswerk: opdracht 4, 5, 7, 8 en 10