Adjectives (bijv. nw)→ na de volgende werkwoorden (be, look, seem, feel, smell, taste, sound)
This sandwich is bad.
The sandwich tastes awful
Adverbs (bijwoord)Eindigt het op -y: -ily
Eindigt het op -ic: -ally
Eindigt het op -le -> -ly
Onregelmatige: leren, bijv. good -> well
bad -> worse
The sandwich is incredibly bad