Bekende maten voor gewicht
In Nederland gebruiken we bij gewichten vaak de maat gram met de afkorting g.
1.000 gram = 1 kilogram. Je kort dat af met de letters kg.
Als het duidelijk is dat je gewicht bedoelt, zeggen mensen ook wel alleen ‘kilo’ in plaats van kilogram. Bijvoorbeeld: ‘Mag ik 2 kilo appels?’ Iedereen begrijpt dat hier 2 kilogram wordt bedoeld, maar eigenlijk is kilo niet juist.