Suïcide

Suïcide
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Suïcide

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik & vooruitblik
Vorige les: Schizofrenie
Deze les: Suïcide & automutilatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
- Wat is schizofrenie?
- Hoe ga je het gesprek aan?
- Wat zijn belangrijke aandachtspunten?
-Welke strategieën kun je inzetten?

Slide 3 - Slide

- Hersenaandoening waarbij je last hebt van psychoses
- Rustige empathische benadering, geruststellende woorden (begrip tonen voor gevoelens zonder het te erkennen)
- Open vragen stellen, meer te weten komen over de stemmen om beter te snappen waar de patiënt zich in bevind.
- Afleiding zoals rustige omgeving, wandeling, puzzel maken, elastiekje om de arm als fysieke herinnering.
Lesdoelen
- Je hebt meer kennis rondom het thema suïcidaliteit.
- Je kan signalen van suïcide herkennen.
- Je weet hoe je het gesprek aan kunt gaan over suïcide.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Afspraken
- Vertrouwelijkheid
- Maak je je zorgen? -> Hulp zoeken zeer belangrijk!
- Openheid maar zonder dwang

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waar denken jullie aan bij het onderwerp suïcidaliteit?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Suïcide


Een handeling met dodelijke afloop, door de overledene geïnitieerd, in de verwachting van een dodelijke afloop.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Cijfers
In 2019 hebben 1.811 mensen een einde aan hun leven gemaakt. 
Gemiddeld vijf mensen per dag plegen zelfmoord.
Jaarlijks denken zo'n 410.000 mensen aan zelfmoord.
Ieder jaar doen 94.000 mensen in Nederland ook daadwerkelijk een poging om zichzelf te doden.
2019 overleden 1.232 mannen tegenover 579 vrouwen.
Vrouwen doen gemiddeld meer suïcidepogingen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Suïcide
  • Bij een ‘geslaagde’ suïcide is de patiënt overleden.
  • Impact op medepatiënten, naasten en hulpverleners is groot.
  • Een suïcide kan sluimerende doodwensen van medepatiënten actueel maken.
  • Een poging suïcide wordt tentamen suïcide genoemd.





Slide 10 - Slide

This item has no instructions

'Erover praten brengt mensen op het idee om zich te suïcideren.'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Achtergrond
  • Komt voort uit een situatie die als ondraaglijk voelt, vaak door een psychiatrische ziekte. Bijvoorbeeld door een ernstige depressie.
  • Gedachte aan zelfdoding kan heel beangstigend zijn voor de patiënt.


Suïcidale mensen willen niet dood, ze willen van de pijn af (wanhoop).


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

- Het hebben van een psychiatrische stoornis
- Gebruik van drugs en alcohol
- Start antidepressiva
- Eerdere suïcidepoging
- Suïcide op de afdeling of bij naasten
- (plotselinge) verbetering in toestandsbeeld
- Ingrijpende gebeurtenissen
- Verlieservaringen

- Mannen (oudere) 
- Impulsiviteit 
- Werkloosheid 
- Detentie 
- Lichamelijke ziekte/pijn 
- Slaapstoornissen 

Slide 13 - Slide

Risicofactoren
2

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Zelfbeschadiging / automutilatie

Het doelbewust toebrengen van directe of indirecte schade aan het eigen lichaam, vaak in een zich herhalend patroon. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Onthoud: het leven is de verantwoordelijkheid van de patiënt!
  • Stel de vraag: denk je weleens aan zelfmoord?
  • Beloof geen geheimhouding, beloof zorgvuldigheid. Het is te zwaar om zo’n geheim alleen te dragen.
  • Erken de pijn/verdriet/angst/boosheid, laat iemand vertellen over wat er is gebeurd in zijn leven. Oordeel niet.
  • Vraag door hoe vaak deze gedachten er zijn. Hoe concreet zijn deze gedachten? Is er een concreet plan en/of datum? Zijn er middelen binnen handbereik?
  • Maak samen een inventarisatie van de naasten. Vraag wie in zijn omgeving al weet van deze gedachten en vraag of de persoon al ergens in zorg is (in dat geval kan de persoon daar misschien met spoed gezien worden).



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

  • Probeer het netwerk te vergroten: vraag aan wie hij het verder zou kunnen vertellen (denk aan ouders, familie, vrienden, huisarts).
  • 113 zelfmoordpreventie
  • Overleg met collega’s over de te nemen stappen. Hoe concreter de antwoorden op de vragen naar een plan en datum (vandaag of morgen), des te acuter is de situatie.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Als jij niet weet wat ik moet doen? Wat moet ik dan?

  • Welke gevoelens komen er bij jou naar boven? 

Slide 18 - Slide

Tegenoverdracht: de gedachtes en gevoelens die een hulpvrager oproept bij de hulpverlener
Angst: zelf niet meer goed kunnen mentaliseren, angst voor suïcide.
Onmacht: Je voelt je veel te verantwoordelijk voor het lijden van de ander.
Boosheid, irritatie: Verwijzen.

Ga naar 113.nl en beschrijf hieronder wat je hebt gevonden wat jou als zorgmedewerker zou kunnen helpen.
timer
10:00

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Scholing
*Tips om te praten --> Zie Itslearning

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zelfmoord? Praat erover!
- Docent of coach
- Ilona Varweg (orthopedagoog)
- 113 zelfmoordpreventie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions