Les 9, D grammaire + spel vocabulaire (09-10) H1B


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga zelfstandig vocabulaire B leren.


Aujourd'hui, c'est mercredi
H1B
1 / 36
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga zelfstandig vocabulaire B leren.


Aujourd'hui, c'est mercredi
H1B

Slide 1 - Slide

Le programme:
- Uitspraak+vocabulaire spel
- Huiswerk bespreken
- D, grammaire



Slide 2 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les heb je geoefend met de Franse uitspraak + vertaling van vocabulaire B
- Aan het einde van de les kun je de juiste lidwoorden gebruiken 

Slide 3 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Slide

Uitspraak+vocabulaire spel:
Wat? Je krijgt 3 minuten om in totale stilte vocabulaire A te leren. Na 3 minuten doe je het werkboek dicht. Hierna gooit de docent een balletje naar een leerling en noemt hierbij een woord (in het Nederlands). De leerling die de bal krijgt noemt de Franse vertaling.

De uitspraak én de vertaling moet juist zijn (andere klasgenoten letten op of het juist is)
Goed? Andere leerling krijgt de beurt
Fout? Dezelfde leerling krijgt nog een woord uit de woordenlijst
Ouvre le livre à la page 52.
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 26

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.

Les devoirs = ex. 10ABC + 11AB + 12AB

Slide 6 - Slide

Tips als je vastloopt tijdens de opdrachten (thuis en op school)
- Snap je niet wat de opdracht is? Ga naar blz. 6 > instructie
- Begrijp je woorden in de zin niet? Kijk naar de woordenlijst aan het einde van het hoofdstuk / uitlegblokjes (groen) / leestekst en haal daar de woorden uit
- Snap je thuis iets niet? Zoek de vertaling online op. Maak wat je kunt maken en vraag klasgenoten om hulp. Lukt dit ook niet? Stel dan de vraag in de volgende les of stuur via Magister een bericht.

Slide 7 - Slide

D, grammaire 
(de lidwoorden de / het / een)
Ouvre le livre à la page 32

Slide 8 - Slide

Startopdracht
Choisis la bonne réponse

Wat betekent dit?

Slide 9 - Slide

Wat is juist?
A
Le garçon
B
La garçon

Slide 10 - Quiz

Wat is juist?
A
Le frère
B
La frère

Slide 11 - Quiz

Wat is juist?
A
Le fille
B
La fille

Slide 12 - Quiz

Wat is juist?
A
Le soeur
B
La soeur

Slide 13 - Quiz

Uitlegvideo (de/het)
Kijk naar de uitlegvideo en luister mee.

Slide 14 - Slide

Aantekening:
Open je aantekeningenschrift en schrijf mee.

Slide 15 - Slide

Even oefenen...
Steek je vinger op als je het antwoord weet

Slide 16 - Slide

Kies:
Le /La / L'camping (m) s'appelle Le Soleil
A
Le camping
B
La camping
C
L'camping

Slide 17 - Quiz

Kies:
On est dans le / la / l' grande tente (v).
A
Le grande tente
B
La grande tente
C
L'grande tente

Slide 18 - Quiz

Kies:
Gabriel est le / la / l' ami (m) de Jules.
A
Le ami
B
La ami
C
L'ami

Slide 19 - Quiz

Kies:
Il est dans le / la / l' caravane (v).
A
Le caravane
B
La caravane
C
L'caravane

Slide 20 - Quiz

Kies:
Il adore le / la / les saucisses (v).
A
Le saucisses
B
La saucisses
C
Les saucisses

Slide 21 - Quiz

Uitlegvideo
Het lidwoord een
(blz. 33)

Slide 22 - Slide

Aantekening:
Schrijf weer mee!

Slide 23 - Slide

Even oefenen...
Steek je vinger op als je het antwoord weet

Slide 24 - Slide

Remplace (vervang) le/la door un/une
le camping --> .....
A
un camping
B
une camping

Slide 25 - Quiz

Remplace (vervang) le/la door un/une
la caravane--> .....
A
un caravane
B
une caravane

Slide 26 - Quiz

Au travail:
Wat? Maak exercice 16ABCD + 17BD
Op welke manier? Je maakt de opdrachten zelfstandig
Hulp? Overleg fluisterend met je buurman/buurvrouw of steek je vinger op.
Klaar? Ga leren phrases-clés C / leren grammatica D

Slide 27 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Maken: exercice 16ABCD + 17BD
- Leren: Phrases-clés C (NL-FR&FR-NL) + aantekening grammaire D

Slide 28 - Slide

Parler en français:
  • Comment tu t'appelles?
  • Tu as quel âge?
  • ...... 
Tijdens het Frans spreken luisteren we naar elkaar en lachen we elkaar nooit uit!

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide