This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
K5 Elektrische componenten
Slide 1 - Slide
Je hebt twee lampjes, een schakelaar, stroomdraden en één batterij.
Maak daarmee een schakelschema van een parallelschakeling waarin de lampjes altijd branden.
Sleep de onderdelen naar de juiste plek in het schakelschema
Slide 2 - Drag question
schakelaar
batterij
lampje
stroomdraad
Slide 3 - Drag question
batterij
reedcontact
relais
schakelaar
Slide 4 - Drag question
Batterij
Schakelaar open
Lampje
Schakelaar dicht
Slide 5 - Drag question
Spanningsbron
Lamp
Schakelaar
Draad
Slide 6 - Drag question
Lampje
Batterij
LED
Schakelaar
Spanningsmeter
Stroommeter
Slide 7 - Drag question
Schakelaar
Spannings bron
Lamp
kabel
Slide 8 - Drag question
stroommeter
schakelaar
spanningsmeter
batterij
lampje
Slide 9 - Drag question
Stroom
draad
Batterij
Lampje
Schakelaar
Motor
Spannings
Bron
Slide 10 - Drag question
6. sleep naar elk elk onderdeel de afbeelding en het symbool.
Draad
Batterij / spanningsbron
Lamp
Schakelaar open
Schakelaar dicht
Slide 11 - Drag question
Spanningsmeter
Draad
Stroomsterktemeter
Spanningsbron
Lamp
Schakelaar
Slide 12 - Drag question
Koppel de juiste schakelsymbolen
Relais
NTC
LDR
Actuator
Diode
LED
Condensator
Transformator
Slide 13 - Drag question
Sleep de woorden op de juiste symbolen
NTC
Lamp
Relais
Transistor
LDR
Slide 14 - Drag question
LED
LDR
NTC
Regelbare weerstand
Slide 15 - Drag question
LED
LDR
NTC
Regelbare weerstand
Slide 16 - Drag question
Weerstand (R)
Een apparaat levert weerstand. Des te groter de weerstand, des te kleiner de stroomsterkte wordt.
grootheid
symbool
eenheid
symbool
weerstand
R
ohm
Ω
Slide 17 - Slide
Weerstand
Hoe meer weerstand, hoe moeilijker de stroom er doorheen gaat.
Een geleider heeft weinig weerstand.
Een isolator heeft veel weerstand.
Slide 18 - Slide
Een weerstand
Let op de ringen. Deze weerstand heeft vier ringen, er zijn ook weerstanden met vijf ringen.
Binas tabel 13
Slide 19 - Slide
Geef de waarden van de weerstanden.
Gebruik BINAS-tabel 13 Kleurcodes van weerstanden Weerstand 1 =...ohm; Weerstand 2 =...ohm.
Slide 20 - Open question
NTC
De NTC is een weerstand die gevoelig is voor warmte, het is dus een temperatuursensor.
De NTC heeft een hoge weerstand bij een lagetemperatuur en
een lage weerstand bij hogere temperaturen
Slide 21 - Slide
LDR
De LDR is een weerstand die gevoelig is voor licht.
Het is dus een lichtsensor.
De LDR heeft een hogeweerstand bij weinig licht en
Een lage weerstand bij veellicht
Slide 22 - Slide
NTC
Temperatuur gevoelige weerstand:
hogere temperatuur
Lage weerstand
meer stroom
LDR
Licht gevoelige weerstand:
meer licht
Kleine weerstand
meer stroom
Slide 23 - Slide
Diode
Laat stroom door in 1 richting!
Slide 24 - Slide
Diode
Diode
Een weerstandje die de stroom in een richting doorlaat
LED:
Een diode die licht geeft.
Slide 25 - Slide
Schakelaar
Met een schakelaar kun je de stroom aan of uit zetten.
Slide 26 - Slide
Reedcontact
Slide 27 - Slide
het reedcontact
Het reedcontact is een schakelaar die werkt via magneten
Slide 28 - Slide
condensator
Oplaadbare spanningsbronnen die nog elektrische energie kunnen leveren voor een korte tijd, ook al is de stroomkring niet gesloten.
Eenheid: Farad (F)
Slide 29 - Slide
Transformator
Kan de spanning omhoog of omlaag brengen tussen twee elektrische onderdelen
Slide 30 - Slide
LDR
A
magnetisme
B
temperatuur
C
geluid
D
licht
Slide 31 - Quiz
Wat is een NTC
A
een weerstand die reageert op warmte
B
een weerstand die reageert op stof
C
een weerstand die reageert op licht
D
een weerstand die reageert op water
Slide 32 - Quiz
Koppel de juiste schakelsymbolen
Relais
NTC
LDR
Actuator
Diode
LED
Condensator
Transformator
Slide 33 - Drag question
Sleep de afbeelding naar het juiste symbool.
relais
led
diode
condensator
reed-
contact
ldr
Slide 34 - Drag question
Wanneer het donker wordt gaat de straatlantaarn aan. Zet de stappen in de juiste volgorde.
Er valt minder licht op de LDR
De weerstand van de LDR neemt toe
Een kleine stroom gaat naar de basis van de transistor.
De deuren van de collector en emitter gaan open
Een grote stroom kan nu lopen van de collector naar de emitter en de lamp gaat aan.
Slide 35 - Drag question
Wat is een LDR
A
een weerstand die reageert op warmte
B
een weerstand die reageert op stof
C
een weerstand die reageert op licht
D
een weerstand die reageert op water
Slide 36 - Quiz
Verbind de juiste naam aan elk onderdeel.
Relais
NTC
Reedcontact
Weerstand
LDR
Transistor
Slide 37 - Drag question
Sleep de woorden op de juiste symbolen
NTC
Lamp
Relais
Transistor
LDR
Slide 38 - Drag question
Een NTC en een LDR zijn veranderlijke weerstandjes. Hoe verandert de weerstand van een LDR als er meer licht op de LDR valt? De weerstand wordt dan ................