Toetsbespreking Industrialisatie

Industrialisatie 3.1-3.3
Toetsbespreking
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Industrialisatie 3.1-3.3
Toetsbespreking

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Controleren

Reflecteren

Leren voor in de toekomst

Slide 2 - Slide

Werkwijze
Tel punten na

Alleen potlood

Stel vragen

Onduidelijk? Noteer *




Slide 3 - Slide

Vraag 1
C -  A - B

Slide 4 - Slide

Vraag 2
  • A: 1750
  • B: - Rijke handelaren die streven naar winst 
  • - Groot koloniaal rijk met veel grondstoffen en afzetmarkten
  • - Agrarische revolutie
  • - Transport revolutie
  • - Medische revolutie
  • - Urbanisatie

Slide 5 - Slide

Vraag 3

Slide 6 - Slide

Vraag 3
  • - In bron 1 kun je zien dat de industriële revolutie niet de gehele samenleving in een keer heeft veranderd, maar dat het een geleidelijk proces was (1p). 
  • - In de bron is een stoomtrein te zien die hoort bij de industriële samenleving. Ook zijn er boeren met paard en wagen/rijtuigen op het platte land te zien die nog passen bij een agrarische samenleving. (1p)

Slide 7 - Slide

Vraag 4
Hieronder staan twee oorzaken en twee gevolgen van de industriële revolutie. Leg van deze vier telkens uit of zij een oorzaak of een gevolg van de industriële revolutie zijn.(4p)

A: Het kapitalisme streeft naar winst
B: In de fabrieken vindt massaproductie plaats.
C: Door technologische vooruitgang wordt het mogelijk om machines te ontwikkelen.
D: Door urbanisatie ontstaan er in de steden arbeiderswijken.

Slide 8 - Slide

Vraag 4
A. Oorzaak: Door het streven naar winst werd er gestreefd naar een zo snel en goedkoop mogelijk productieproces om de concurrentie voor te blijven. Hierdoor werden er geïnvesteerd om nieuwe uitvindingen te doen zoals machines ten behoeve van het productieproces en kwam de industrialisatie op gang. (1p)
B. Gevolg: Als gevolg van de uitvindingen van machines, de lopende band en het opkomen van grote fabrieken ontstond massaproductie. (1p)


Slide 9 - Slide

Vraag 4
C. Oorzaak, door het uitvinden van machines kon er in fabrieken op grote schaal geproduceerd worden (1p)
D. Gevolg: Veel arbeiders trokken naar steden om daar in de fabrieken te werken. Rondom de fabrieken ontstonden arbeiderswijken zodat de arbeiders dicht in de buurt van de fabriek konden wonen.(1p)



Slide 10 - Slide

Vraag 5
Stelling 1: Oneens: Door de industrialisatie zijn de werk- en leefomstandigheden voor arbeiders verslechterd. Arbeiders (mannnen/vrouwen/kinderen) moesten lange dagen maken in een ongezonde en onveilige werkomgeving en leefden in onhygiënische kleine woningen met het hele gezin.(1p)
Stelling 2: Eens: Rijke ondernemers waren o.a. in staat om invloed uit te oefenen op de politiek (steunen van politieke partijen met financiële middelen), hadden een grote invloed in de media (kranten opkopen) en konden macht uitoefenen door middel van prijsbepalingen.(1p)

Slide 11 - Slide

Vragen?

Slide 12 - Slide

Nederlandse opstand
Welkom in de 80-jarige Oorlog

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link