This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Rekonomie
Slide 1 - Slide
Planning
Uitleg hoofdstuk 1
Aan de slag met opdrachten 1.1 t/m 1.5
Bespreken opdrachten 1.1 t/m 1.5
Terugkomen op de leerdoelen
Slide 2 - Slide
Rekonomie H1 Leerdoelen
Afronden
Je kunt afronden op:
- decimalen
- helen
- honderdtallen
- duizendtallen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Afronden
Kijk wat er in de opdracht staat
Staat het er niet bij; dan afronden op 1 decimaal
Geld altijd afronden op 2 decimalen; vb. € 3,86 / € 5,30
Slide 5 - Slide
Aanwijzingen
Tussendoor NIET afronden, pas aan het einde van de berekening.
Schrijf je berekening op. Zonder berekening GEEN punten.
Zet bij je antwoord wat je hebt berekend. Dus plaats het €-teken. Op dat het per stuk, of in maanden of jaren is. Of per persoon / per product of in procenten.
Slide 6 - Slide
Tip:
Je zult iedere keer de tekst moeten lezen en gaandeweg de opgaven moeten maken.
De informatie voor de opgaven staat vaak in de tekst!
Slide 7 - Slide
Tip:
Achterin je boekje Rekonomie staat een formuleblad
Slide 8 - Slide
En nu zelf:
Maak nu zelf opgave 1.1 t/m 1.5
timer
15:00
Slide 9 - Slide
Bespreken opdrachten
1.1 t/m 1.5
Slide 10 - Slide
Tip als het niet op de rekenmachine past:
Bij delen: streep nullen tegen elkaar weg
Bij vermenigvuldigen: laat nullen weg en plaats ze er later bij
Slide 11 - Slide
Leonie heeft voor haar schoolexamens eco als eindcijfer een 5,8 gehaald. Op het centraal examen haalt zij een 5,1. Krijgt zij een voldoende op haar eindlijst?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Karim heeft voor zijn SE's economie gemiddeld een 7,4 en voor zijn eindexamen een 7,5. Bereken zijn eindcijfer (eindcijfer = een heel cijfer).
Slide 13 - Open question
Afronden: Rond 13.549,285649 af op 4 decimalen.
Slide 14 - Open question
Afronden: Rond 13.549,285649 af op een heel getal.