Les 2 - Opkomst van het Christendom

Thema 1: Rationeel of irrationeel?
les 2
Opkomst Christendom (KA 8 &9)

1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 1: Rationeel of irrationeel?
les 2
Opkomst Christendom (KA 8 &9)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Nakijken huiswerk
  • Thema-vraag
  • Uitleg nieuwe stof
  • Thema-vraag antwoord
  • Oefenen van vragen
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Thema-vraag
Waarom kun je zeggen dat men in de Middeleeuwen irrationeel bleef denken?

Slide 3 - Slide

Nakijken huiswerk
Toepassingsvragen 4.6, 4.7, 4.8 (KA 4) & 5.5, 5.9
Maken verwerkingsvragen 8.1, 8.3,8.4, 9.1, 9.2, 9.3.

15 min.

Slide 4 - Slide

Uitleg

Slide 5 - Slide

  • Rond jaar 0 liep er een man genaamd Jezus van Nazareth rond in Israël. Hij was een Joodse man. 
  • Hij was kritisch (te weinig naastenliefde) en reisde door het land  om dit duidelijk te maken. 
  • Hij kreeg een grote groep volgers. 
  • Romeinen zagen hem als een bedreiging en veroordeelde hem tot de dood. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

  • Na de dood van Jezus wilden zijn volgelingen zijn boodschap verspreiden. 
  • Veel onenigheid... hoe?
  • Een ding eens: Jezus was de Messias (verlosser & zoon van God). Dankzij Hem kon men van de zonde afkomen. 
  • Christendom werd een eigen geloof. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Christendom verspreid zich snel. 
Christendom is populair in Romeinse Rijk. 
    Vooral onder armen (geen ongelijkheid meer)
     Gaf hoop (kon vergeven worden)
     Duidelijk toekomstbeeld

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

  • Romeinen niet blij met de snelle verspreiding.
  • Monotheïsme werd als bedreiging gezien (bedreiging voor goddelijke keizer + niet accepteren van de maatschappij)
  • Gevolg: jarenlange vervolgingen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

  • Maar er komen steeds meer Christenen en op een gegeven moment zijn de niet-Christenen in de minderheid
  • Toen Constantijn een teken van God dacht te hebben gekregen, stond hij Christendom toe. 
  • Vanaf dat moment was Christendom geaccepteerd en snel op weg om staatsgodsdienst te worden (4e eeuw). 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

  • Maar werd toen iedereen Christelijk?
  • Alleen in naam ... veel Christenen onderhielden ook nog hun oude godsdienst.
  • Toen het Romeinse Rijk uit elkaar viel (en er dus geen staatsgodsdienst meer was) werd dat heel duidelijk... op veel plekken verdween het Christendom weer

Slide 16 - Slide

Om hier verandering in te brengen zond de kerk missionarissen naar 'heidense gebieden'
Zij kregen als taak de bevolking (weer) naar het Christendom terug te krijgen. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

  • Karel de Grote was een belangrijke impuls voor het geloof. 
  • veroverde een enorm rijk
  • In dit rijk eiste hij het Christendom. 
  • Iedereen veroveringstocht was ook een bekeringstocht. 
  • Daarnaast gaf hij geestelijken belangrijke functies 
  • Hierdoor werd niet alleen het geloof machtig, maar ook de kerk (die het geloof regeld)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Thema-vraag
Waarom kun je zeggen dat men in de Middeleeuwen irrationeel bleef denken?

Slide 21 - Slide

Oefenen met vragen
Maken 8.6, 8.7, 8.9, 8.10 van KA 8 (blz. 27)
               9.9, 9.10, 9.11 van KA 9 (blz. 33)

Slide 22 - Slide

Nakijken
8.6   Neemt Tacitus een positieve of een negatieve houding aan tegenover de Christenen in het tekstfragment? 
Leg je antwoord uit. 

8.7 Welke twee punten van kritiek komen hier naar 
voren, naast de kritiek op de Christenen?

Slide 23 - Slide

Lever je gemaakte werk in. 
De docent kijkt een aantal van jullie gemaakte vragen na. 

Slide 24 - Slide

Afsluiting
Huiswerk
  • Lezen KA 10
  • Maken verwerkingsvragen 10.2, 10.3 & 10.5.

Slide 25 - Slide