Les 3 Relaties

Basiskennis recht
Personen- en familierecht
les 3
Relaties
1 / 20
next
Slide 1: Slide
personen en familierechtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Basiskennis recht
Personen- en familierecht
les 3
Relaties

Slide 1 - Slide

Zoek op:
het wetsartikel met (de eisen van) het huwelijk

Slide 2 - Slide

Eisen aan een huwelijk (art. 1:30 BW e.v.)
  1. Minimumleeftijd: 18 jaar
  2. Monogamie: met 1 persoon getrouwd zijn
  3. Geen te nauwe bloedverwantschap
  4. Je moet wilsbekwaam zijn (niet in de war)

Een huwelijk dient minimaal 14 dagen voor de geplande trouwdag te zijn gemeld bij de ambtenaar van de Burgerlijk Stand.

Slide 3 - Slide

Wat is géén eis voor het trouwen?
A
Ouders moeten toestemmen
B
Wilsbekwaamheid echtgenoten
C
Minimaal 18 jaar
D
Geen te nauwe verwantschap

Slide 4 - Quiz

De huwelijksvoltrekking
  • Waar: gemeentehuis of een bijzondere locatie
  • Wie: bruidspaar, trouwambtenaar, 2-4 meerderjarige getuigen (art. 1:63 BW)
  • Wat: getrouw de plichten vervullen die de wet aan de huwelijkse staat verbindt
  • Trouw zijn en hulp bieden
  • Bijdragen aan (de kosten voor) het levensonderhoud
  • (stief)Kinderen samen verzorgen en opvoeden
  • Aansprakelijk voor huishoudelijke kosten!

Slide 5 - Slide

Echtgenoot moet toestemmen
  • Na het huwelijk kun je niet meer altijd alles zelf bepalen. 
  • Soms heb je de toestemming nodig van je man/vrouw, anders mag je man/ vrouw de handeling VERNIETIGEN:
  • Art. 1:88 BW
  1. bij buitensporige giften (€ 1000 aan Kinderpostzegels)
  2. bij verkoop of verhuur van de echtelijke woning
  3. als je financieel wilt instaan voor een ander (borg staan)
  4. als je iets koopt en in termijnen wilt betalen 

Slide 6 - Slide

John en Ingrid zijn getrouwd. John koopt een nieuwe vaatwasser. Ingrid is het daar niet mee eens. Als de vaatwasser wordt geleverd weigert ze te betalen en zegt dat John dat van zijn zakgeld moet doen. Is dat juridisch juist?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

John en Ingrid zijn getrouwd. John heeft een nieuwe jas nodig. Ingrid vindt dat onzin. John koopt vervolgens toch een jas. Ingrid weigert de factuur te betalen. Is dat juridisch juist?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

John en Ingrid zijn getrouwd. John wil extra geld verdienen en verhuurt de zolder van hun huis aan student Jurre. Ingrid is het er niet mee eens en stuurt Jurre de laan uit. Is dit juridisch juist?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

John en Ingrid zijn getrouwd. John geeft € 500 aan Artsen zonder Grenzen die werk verrichten in het vluchtelingenkamp Moria. Ingrid is het hier niet mee eens. Kan ze het geld terugkrijgen?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

John en Ingrid zijn getrouwd. De zus van Ingrid wil een kapperszaak beginnen en heeft hiervoor € 20.000 nodig. Ze wil het geld van de bank lenen, maar de bank eist dat iemand met behoorlijk wat geld voor haar instaat (dus borg staat). Ingrid is bereid om borg te staan, ook al weet ze dat het waarschijnlijk op een faillissement zal uitlopen (de zus is echt een slechte kapster!). Ze tekent bij de bank dat ze voor de € 20.000 zal borg staan.
John is woedend. Kan hij de borgstelling vernietigen?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Het vermogen van de echtgenoten
1. Tot 1 januari 2018: Gemeenschap van goederen
Alles wordt gemeenschappelijk, geld en schulden!

2. Sinds 1 januari 2018: Beperkte gemeenschap van goederen
Wat je voor het huwelijk had, blijft van jou.
Wat je krijgt vanaf het huwelijk, geld en schulden, zijn gezamenlijk.
Uitzonderingen: erfenissen en schenkingen!

Slide 12 - Slide

Huwelijkse voorwaarden
Wil je geen (beperkte) gemeenschap van goederen?
- Notaris kan voor de echtgenoten huwelijkse voorwaarden opstellen. (notariële akte)
- Moeten worden ingeschreven bij de Rechtbank

(overigens: de plichten en beschermingsregels van art. 1:88 BW blijven ook bij huwelijkse voorwaarden van toepassing)

Slide 13 - Slide

John en Ingrid zijn in 2017 getrouwd.
John heeft niets, behalve een lening van € 25.000 die hij moet afbetalen. Ingrid heeft een huis t.w.v. € 350.000, een auto van € 45.000 en inboedel t.w.v. € 50.000. Wie is na het huwelijk eigenaar van de auto?
A
John
B
Ingrid
C
beiden

Slide 14 - Quiz

Stel: John en Ingrid zijn afgelopen maand getrouwd. John had al een lening, Ingrid had al een  huis, een auto en alle inboedel. Johns vader is deze maand komen te overlijden en laat € 100.000 na. John heeft vorige week in de loterij
€ 5.000 gewonnen. John heeft gisteren een eigen auto van € 4.500 gekocht. Ze hebben géén huwelijkse voorwaarden opgesteld. Wie is nu eigenaar van wat?
John
samen
Ingrid
erfenis van Johns vader
Johns lening
Johns auto
Johns loterijwinst
Ingrids huis
Ingrids auto
Ingrids inboedel

Slide 15 - Drag question

Geregistreerd partnerschap, art. 1:80a BW e.v.
  • Zelfde voorwaarden én gevolgen als bij het huwelijk!
    (zie lid 5)
  • (18, wilsbekwaam, monogamie, geen te nauwe verwantschap)

  • Maar: uit elkaar gaan kan soms gemakkelijker!
    Namelijk: "ontbinding" ipv echtscheiding!

Slide 16 - Slide

Dus: hoe oud moet je zijn om een geregistreerd partnerschap aan te gaan?
A
16
B
18
C
21
D
27

Slide 17 - Quiz

Waar moet je naartoe om huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden te laten opstellen?
A
advocaat
B
deurwaarder
C
makelaar
D
notaris

Slide 18 - Quiz

Samenwonen
  • Niet in het BW geregeld.
  • Je kunt ervoor kiezen om:
  • helemaal niets op papier te zetten;
  • zelf afspraken op papier te zetten;
  • de notaris afspraken op papier te laten zetten.

Slide 19 - Slide

Tenslotte:
Wat wil jij ooit doen?
A
Trouwen
B
Geregistreerd partner worden
C
Samenleven

Slide 20 - Quiz