H2 grammar rep

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welcome!

Happy to see you all again

Sit down, grab you book and start reading

Today

Herhaling: grammar H2

Doen: weektaak afmaken/beginnen met Test Yourself

Klaar: brainteasers 

This week

Vandaag: Nakijken weektaak + begin test yourself

Morgen: Nakijken test yourself + beginnen KLV

donderdag: Afmaken KLV

Goal

Aan het eind van de les weet je weer welke grammatica we hebben behandeld de afgelopen 2 hoofdstukken

Aan het eind van de les ben je begonnen aan het maken van de Test Yourself

Grammatica

dit hebben we de afgelopen weken behandeld: 

H1 - short yes and no answers

H1 - can, could, be allowed to

H1 - future will/going to

H2 - prepositions of direction

H2 - negative questions

H2 - should, must, have to

Short yes and no answers

Do we talk about bruno? - No, we don't. 

Pak het eerste werkwoord en persoonsvorm (do we)

Zeg yes/no en plak de persoonsvorm en werkwoord er achter (we do(n't))

Are we excited to go rock climbing? - Yes, we are!

Can, could, to be allowed to

Can: Bevestigende en ontkennende zinnen om te zeggen dat                 iets (niet) mag

Could: Vraagzinnen waarin je vraagt of iets mag, meer beleefd                   dan can. 

To be allowed to: Zeggen/vragen of iets toegestaan is volgens                                         een regel of wet. 

Future tense - will/going to

Will: - voorspellingen zonder bewijs 

- beloven of iets aanbieden

- spontane besluiten

Going to: - voorspellingen met bewijs 

- voornemens 

- beslissingen die al eerder zijn gemaakt

Future tense - present tense

Arrangements and plans (present continuous)

"He's flying to Milan on Tuesday"

vs

Schedules and timetables (present simple)

"The train arrives at 8:30"

"It's her birthday tomorrow"

prepositions of movement

Zeggen iets over waar iets heen gaat

woorden zoals: 

onto, over, across, from, around, through, into, etc. 

negative questions

Als je een positief antwoord wil krijgen van iemand stel je een vraag met een negatieve (not/n't) er in.

Don't you have homework to do? 

Shouldn't you leave? 

Haven't you got sneakers like that?

Aren't you tired? 

Should, must, have to

Should: advies of aanbeveling. Niet verplicht

Must: Iets dat moet volgens jezelf

Have to: Iets dat moet volgens een ander, een wet of regel.

Don't have to: Iets dat vrijwillig is, niet hoeft. 

Aan de slag! 

Lees: de uitleg in je boek van alles dat je nog niet snapt

Maak: de test yourself op pagina 50, of de weektaak af als je dit nog niet gedaan hebt

Klaar: leer de vocab lijst van hoofdstuk 2 op pagina 31

Nakijken weektaak

opdracht: 6, 7, 23, 24, 27, 28

Brain teaser

What word has only 5 letters and becomes shorter when you add 2 more letters? 

Brain teaser

Short

Brain teaser

A man is looking at a photograph of someone. His friend asks who it is. The man replies, “Brothers and sisters, I have none. But that man’s father is my father’s son.” Who was in the photograph?

Brain teaser

His son

Brain teaser

A man was walking in the rain. He was in the middle of nowhere. He had nothing and nowhere to hide. He came home all wet, but not a single hair on his head was wet. Why is that?

Brain teaser

He is bald

Terugblik

- Je weet nu welke grammatica we dit hoofdstuk hebben behandeld

- Je kan de grammatica gebruiken 

- Je hebt de weektaak af

Huiswerk - Morgen

-  Heb de Test Yourself af

- Neem je KLV reader mee (en al je andere boeken)

Bye!

Have a nice day!