SO paragraaf 1.1, 1.2 en 1.3
Zorg dat je alle dikgedrukte blauwe begrippen kent.
Je moet de 7 levenskenmerken kennen op bladzijde 14 (dit noem ik een 'rijtje' leren).
Je moet weten welke levenskenmerken horen bij stoffen opnemen en afgeven, bij reageren op de omgeving en welke horen bij voortbestaan (bladzijde 15).
Van paragraaf 1.2 moet je afbeelding 2 op bladzijde 20 kennen. Je moet weten welke onderdelen van de boon waar zitten.
De levenscyclus van een plant op afbeelding 4 moet je ook kennen.
Van paragraaf 1.3 moet je de vier stadia in het leven bij metamorfose kennen (bladzijde 26) (dit is weer een rijtje). Afbeelding 2 op bladzijde 27 legt het duidelijk uit met een plaatje en extra uitleg in tekst.
Je moet ook de levenscyclus van een kikker kennen, afbeelding 3 op bladzijde 28.