Kennis Testen Hoofdstuk 1 - Bedrijf Starten (Oprichting van een onderneming)

Kennis Testen Hoofdstuk 1 - Bedrijf Starten (Oprichting van een onderneming)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Kennis Testen Hoofdstuk 1 - Bedrijf Starten (Oprichting van een onderneming)

Slide 1 - Slide

Opdracht 1.17
Neem je lesbrief en lees opdracht 1.17 door (pagina 10)

Slide 2 - Slide

Opdracht 1.17
Geen een argument waarom Frans zou moeten kiezen voor mogelijkheid a.

Slide 3 - Open question

Opdracht 1.17
Geen een argument waarom Frans zou moeten kiezen voor mogelijkheid b.

Slide 4 - Open question

Zelftest

Slide 5 - Slide

Bij oprichting van eenmanszaak is ondernemer verplicht om ..
A
het bedrijf te laten inschrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel
B
over eventuele benodigde vergunningen te beschikken
C
alle bovenstaande zaken te regelen

Slide 6 - Quiz

Aansprakelijkheid bij een eenmanszaak wil zeggen dat
A
De eigenaar voor alle schulden van zijn onderneming aansprakelijk is en alleen zijn zakelijk vermogen kan verliezen
B
de eigenaar voor alle schulden van zijn onderneming aansprakelijk is en zowel zijn privévermogen als zijn zakelijk vermogen kan verliezen
C
de eigenaar niet aansprakelijk is voor de schulden van zijn onderneming

Slide 7 - Quiz

Bij overlijden van de eigenaar van een eenmanszaak
A
houdt de eenmanszaak op te bestaan
B
wordt deze automatisch voortgezet door de partner van de eigenaar
C
wordt deze automatisch voortgezet door de kinderen van de eigenaar
D
wordt deze automatisch voortgezet door de familie van de eigenaar

Slide 8 - Quiz

Een rechtsvorm is
A
een vorm die niet krom is
B
de juridische vorm waarin een onderneming uitgeoefend wordt
C
de juridische wijze waarop de aansprakelijkheid is geregeld
D
de wettelijke wijze waarop de overname bij een vof is geregeld

Slide 9 - Quiz

Hoofdelijk aansprakelijk bij een vof wil zeggen dat
A
een van de firmanten van een vof aansprakelijk is voor alle schulden van de vof
B
iedere firmant van een vof aansprakelijk is voor alle schulden van de vof
C
een van de firmanten van een vof aansprakelijk is voor de door hem gemaakte schulden
D
iedere firmant van een vof alleen aansprakelijk is voor de door hem gemaakte schulden

Slide 10 - Quiz

Geef aan of de stelling juist is:
Een vof kan één eigenaar hebben
Juist
Onjuist

Slide 11 - Poll

Geef aan of de stelling (on)juist is:
Een vof houdt op te bestaan bij het overlijden van een van de firmanten tenzij er een overnemingsbeding is.
Juist
Onjuist

Slide 12 - Poll

Geef aan of de stelling (on)juist is:
Een bank zal in het algemeen een vof eerder krediet verstrekken dan een eenmanszaak.
Juist
Onjuist

Slide 13 - Poll

Geef aan of de stelling (on)juist is:
De continuïteit van een eenmanszaak is beter geregeld dan bij een vof omdat er geen ruzie kan ontstaan
Juist
Onjuist

Slide 14 - Poll