4-3-2025

dinsdag vier maart tweeduizendvijfentwintig 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

dinsdag vier maart tweeduizendvijfentwintig 

Slide 1 - Slide

start
Pak je schrift, pen en een laptop.
Log in bij office.com met je schoolmailadres.
Ga naar je outlook-mail.
Lees je mail en ga via mijn linkje naar Lesson Up

Slide 2 - Slide

Waar is dit?

Slide 3 - Open question

inloop
spullen pakken, telefoons/vapes/smartwatches inleveren
09.00
opstart
Nederlands - grammatica 
woord benoemen
09.50
Nederlands Spreken en Luisteren: groep 1
Drama: groep 2
11.00
Reken mee met Rene
11.40
Nederlands - Kijken & Luisteren & Lezen
Nieuwsbegrip
13.10
Nederlands - Lezen
Nieuwsbegrip
Afronden en opruimen
14.00
Sport
corvee: Andreii & Eyad

Slide 4 - Slide

grammatica
woord benoemen

doel:
Ik herken lidwoorden, zelfstandig naamwoorden en werkwoorden
Ik kan weet wanneer ik de, het of een moet gebruiken
Ik kan de tijd van een zin aanpassen door het werkwoord te vervormen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

woord benoemen
lw = lidwoord
ww = werkwoord
pvn = persoonlijk voornaamwoord
znw = zelfstandig naamwoord
bnw = bijvoegelijk naamwoord
bzvnw = bezittelijk voornaamwoord
awvnw = aanwijzend voornaamwoord
btrvnw = betrekkelijk voornaamwoord
bw = bijwoord
rtw = rangtelwoord
tw = telwoord
vw = voegwoord
vz = voorzetsel
vvnw = vragend voornaamwoord
vandaag:
- lidwoord
- zelfstandig naamwoord
- werkwoord

Slide 7 - Slide

lidwoorden
DE of HET???

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

lidwoorden
bepaald
onbepaald
de, het
een
je weet over welke het gaat
je weet niet precies over welke het gaat

Slide 11 - Slide

zelfstandig naamwoord
dingen, dieren, mensen

JE KAN ER DE, HET of EEN voor zetten

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

werkwoorden
doe-woorden

vormen zich naar het onderwerp

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

werkwoord
- geeft de tijd aan in een zin

ik denk
ik dacht
ik heb gedacht
hij kust
hij kuste
hij heeft gekust
wij lachen
wij lachten
wij hebben gelachen
jullie luisteren
jullie luisterden
jullie hebben geluisterd

Slide 16 - Slide

opdracht
Schrijf in 4 zinnen op wat je gisteren deed, wat je vanochtend gedaan hebt en wat je nu doet.
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Bilal, Muhammed, Ammar, Elzahra, Yeiko, Julieta, Elisabeth, Eyad, Sofiia, Sonya
Farah, Fallah, Yana, Olek, Ivan, Alona, Issa, Andreii

Slide 18 - Slide

Luisteren en Spreken
doel:
Ik kan de hoofdpunten uit een journaal begrijpen
Ik kan vertellen wat de hoofdpunten zijn van een journaal
Ik kan mijn mening geven over een eenvoudig onderwerp

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

opdracht
wat is het eerste onderwerp van het journaal?

Slide 21 - Slide

opdracht
Schrijf in korte zinnen op wat jij over dit onderwerp hebt begrepen.
Schrijf in het kort op wat jij hier zelf van vindt.
Na 3 minuten gaan een aantal van jullie vertellen.
timer
3:00

Slide 22 - Slide

opdracht
wat is het tweedee onderwerp van het journaal?

Slide 23 - Slide

opdracht
Schrijf in korte zinnen op wat jij over dit onderwerp hebt begrepen.
Schrijf in het kort op wat jij hier zelf van vindt.
Na 3 minuten gaan een aantal van jullie vertellen.
timer
3:00

Slide 24 - Slide

opdracht
wat is het tweedee onderwerp van het journaal?

Slide 25 - Slide

opdracht
Schrijf in korte zinnen op wat jij over dit onderwerp hebt begrepen.
Schrijf in het kort op wat jij hier zelf van vindt.
Na 3 minuten gaan een aantal van jullie vertellen.
timer
3:00

Slide 26 - Slide

Wat wordt het weer?

Slide 27 - Slide

wat kan ik?
Ik kan de hoofdpunten uit een journaal begrijpen
Ik kan vertellen wat de hoofdpunten zijn van een journaal
Ik kan mijn mening geven over een eenvoudig onderwerp

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Kijken, Luisteren, Lezen
Nieuwsbegrip

doel: 
ik leer nieuwe woorden
ik kan de hoofdpunten van een gesproken tekst herkennen

Slide 31 - Slide

de graftombe        het bouwwerk waarin een belangrijke persoon begraven ligt
der                            van de
de vallei                  het grote dal tussen twee bergen in
de archeoloog      iemand die in de grond zoekt naar spullen van vroeger
overlijden               doodgaan, sterven
de echtgenote     de vrouw met wie iemand getrouwd is
regeren                  besturen, een land leiden
behoren tot          horen bij, zijn van
vergelijkbaar        lijkend op
leegroven              op een wilde manier alles stelen
eeuwenoud          heel oud
de vondst              iets wat gevonden is
bekendstaan        bekend zijn
kostbaar                 veel geld waard, waardevol
omwikkelen         iets of iemand ergens in rollen, inpakken
overstromen         onder water zetten

Slide 32 - Slide

opdracht
Waar gaat het filmpje over, denk jij?

Slide 33 - Slide

opdracht
Maak aantekeningen tijdens het kijken

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

opdracht
Wat heb je gezien? En wat heb je opgeschreven?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Link

Ff chilluh...
doel:
Ik leer nieuwe woorden.
Ik begrijp de hoofdpunten in een gesproken tekst.
nieuw woord?
Schrijf het in je schrift en zoek de betekenis op

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

opdracht
Wat is er aan de hand met Ryan? 
Wat doet de moeder van Ryan?
Wat vind jij, kiezen voor Joy of voor Amir?

Slide 40 - Slide

Afronden
spullen opruimen
corvee: Andreii & Eyad

Slide 41 - Slide