3.2 - B - Nationalisme en dekolonisatie


3.2 - Nationalisme en dekolonisatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


3.2 - Nationalisme en dekolonisatie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe de Indonesische onafhankelijkheids-oorlog verliep.

Slide 2 - Slide

Planning
  • Bersiap-periode
  • En nu?
  • Politionele acties
  • Indonesië wordt onafhankelijk
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 3 - Slide

Wat hoort niet bij de ethische politiek?
A
Onderwijs
B
Irrigatielandbouw
C
Infrastructuur
D
Cultuurstelsel

Slide 4 - Quiz

Wat hoort niet bij het nationalisme van Indonesië?
A
PNI
B
Soekarno
C
Films
D
Onderwijs

Slide 5 - Quiz

Waardoor kwam het nationalisme op?
A
Door het onderwijs van de ethische politiek
B
Door westerse ideeën
C
Door het lezen van boeken
D
Door de onderlinge verschillen

Slide 6 - Quiz

Zet in de juiste volgorde van tijd
Soevereiniteits-overdracht
VOC wordt opgericht
Cultuurstelsel
Ethische politiek
Politionele acties
Multatuli

Slide 7 - Drag question

Uit welk land komt de maker van de bron?
A
Japan
B
Indonesië
C
Nederland
D
Amerika

Slide 8 - Quiz

Wat zijn jappenkampen?
A
Vakantie oorden
B
Gevangenissen
C
Huizen
D
Concentratiekampen

Slide 9 - Quiz

Wanneer viel Japan Indië aan?
A
1939
B
1942
C
1941
D
1945

Slide 10 - Quiz



1945 Japan capituleert



  • De Amerikanen droppen de atoombom op Japan. 
  • Soekarno roept onmiddellijk de onafhankelijkheid uit.  
  • Er is immers nu geen machthebber (Japan is verslagen en de Nederlanders zijn verzwakt). 

Slide 11 - Slide

Machtsvacuüm
  • De Indonesiërs grijpen de macht. Nederlanders zitten nog in de kampen. En er is geen Nederlands leger in de buurt.

  • Japans leger moet toezicht houden op de orde.

  • Pedoema’s (nationalistische jongeren) beheersen de straten. (Bersiap). Onduidelijk wie nu de macht heeft. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

En nu...?
  • Engelsen zijn in de buurt, maar hebben geen zin in nieuwe oorlog: Nederland moet het zelf maar oplossen.

  • Nederland wil de onafhankelijke republiek Indonesië helemaal niet erkennen.

  • Nederlander wil niet praten met Soekarno (verrader en opstandeling). En dekolonisatie is onbespreekbaar. 

Slide 14 - Slide

Politionele acties
  • Herstellen van het Nederlandse gezag.

  • Bewuste keuze voor de naam 'politionele' actie en niet voor het woord 'militair', of 'oorlog'

  • Militair een succes, politiek niet: Republiek bleef bestaan en er kwam veel kritiek uit het buitenland

Slide 15 - Slide

Indonesië wordt onafhankelijk
  • Grote druk op Nederland: Verenigde Staten dreigen met het stopzetten van het Marshallplan.

  • Nieuwe onderhandelingen: Indonesië zal onafhankelijk worden én er komt een Nederlands-Indonesische Unie

  • Soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949.

Slide 16 - Slide


Aantekeningen

  • Na de capitulatie van Japan is het onduidelijk wie de macht heeft. Indonesische jongeren volgen Soekarno en grijpen de macht. Nederland erkent de Indonesische onafhankelijkheid niet. Om orde en veiligheid te herstellen voert Nederland "politionele acties" uit. Deze onafhankelijkheidsoorlog wordt gestopt door correctie van e VS. 
  • In 1949 vindt de soevereiniteitsoverdracht plaats en erkent Nederland de Indonesische onafhankelijkheid. 

Slide 17 - Slide

Huiswerk opdrachten
Maak opdracht 1, 2, 4, 5, 6.

Klaar? Maak opdracht 8. 
Ook klaar? Maak opdracht 5, 6, en 7 op bladzijde 115/116.

Slide 18 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog verliep.

Slide 19 - Slide