Chapter 3: Opdrachten van week 02

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Chapter 3

Huiswerk 

week 50

Maken: 51,53,54,55,1,2,3,4,7,8,11,12,13,14,15         

Leren: Theme words (p.170)

Workbook exercises this week:

Maken: 

17, 18,19,20,22,23,25,28,29,30,31ab,32,33  

Leren: Theme words (p.170)

C - Reading

- Maak oefening 17 voordat je de tekst gaat lezen / luisteren.

- Vervolgens ga je zelf de tekst lezen of luisteren via onderstaand bestand en maakt opdrachten: 

18abcde,20,21

Mind behind the music

D - Speaking & Stones

Read stone 7 on p.144 and do the exercises on the next slides: 

Gebruik stone 7. Hoe vertaal je:
Wat vond je van het concert van de band?

Gebruik stone 7. Hoe vertaal je:
De show was fantastisch maar ook erg duur.

Gebruik stone 7. Hoe vertaal je:
Wij waren onder de indruk van de mooie locatie.

Gebruik stone 7. Hoe vertaal je:
Wat ik het minst leuk eraan vond was de slechte sfeer.

Gebruik stone 7. Hoe vertaal je:
Het festival was teleurstellend dus ik ga volgend jaar zeker niet.

D - Speaking & Stones

Bekijk de theme words op p.171 en maak oefening 23ab.

Bekijk het plaatje hieronder. Geef op de volgende slides 3 zinnen in het Engels die het plaatje beschrijven.

Tip! Kijk naar stone 7 en de theme words om je te helpen.

Geef de eerste zin die iets uit het plaatje beschrijft:

Geef de tweede zin die iets uit het plaatje beschrijft:

Geef de derde zin die iets uit het plaatje beschrijft:

D: Speaking & Stones

Read stone 8 on p.146 and do the exercises on the next slides: 

Lees het gesprek en maak de zinnetjes (1,2,3,4) af in de volgende slides. Gebruik Stone 8

Kijk goed naar de opdracht en maak af bij: (1) ...

Kijk goed naar de opdracht en maak af bij: (2) ...

Kijk goed naar de opdracht en maak af bij: (3) ...

Kijk goed naar de opdracht en maak af bij: (3) ...

E: Writing & Grammar

Kijk goed naar de uitleg op 

blz. 149. Als het nog niet zo duidelijk is kun je ook onderstaand filmpje kijken:

Adjectives = Bijvoegelijke naamwoorden

 Bijvoeglijke naamwoorden zeggen wat/hoe iets of iemand is

The beautiful girl sings.               Het mooie meisje zingt.

It’s a big house.                               Het is een groot huis.     

Bijvoeglijke naamwoorden gebruik je ook als je zegt dat je iets 

voelt / ruikt / ziet / hoort / proeft (alles met zintuigen)

That looks funny.                           Dat ziet er grappig uit.
   

The food smells nice.                       Het eten ruikt lekker.

E: Writing & Grammar

Als je het goed hebt begrepen maak je de opdrachten: 

30,31ab,32ab,33 

en daarna de opdrachten op de volgende slides:

My friends have a ... hide-out place.

This ... comedy in set in Los Angeles in 1990.

She is ...! She makes so many jokes.

The ... Harry Potter movie was the best.

romantic

first

hilarious

secret

Which one is the adjective?

1. Beautiful
2. Well
3. Normally
4. Wonderfully

Max is a ... singer.

1. Good
2. Well

This hamburger tastes ...

1. Awful
2. Awfully

That pizza smells ....

1. Nicely
2. Nice

I think a Friesian horse is ....

1. Beautiful
2. Beautifully