manieren van denken-manieren van leren: les 2

                     Welkom!
              - jas: kapstok/kluis 
              - mond : leeg
              - telefoon:  kluisje
               - iPad: tas (grond)
               - deur dicht:  mond dicht
1 / 18
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                     Welkom!
              - jas: kapstok/kluis 
              - mond : leeg
              - telefoon:  kluisje
               - iPad: tas (grond)
               - deur dicht:  mond dicht

Slide 1 - Slide

manieren van denken-manieren van leren: les 2

Slide 2 - Slide

Terugblik
Waar of niet waar.
  1.  Het ging over beelddenken en taaldenken.
  2. Beelddenken is belangrijker dan taaldenken
  3. Beelddenkers denken snel, zijn creatief en zien het einddoel voor zich.
  4. Taaldenkers hebben een goed oog voor details, denken goed na over de volgorde van werken, kunnen uitleggen wat ze aan het doen zijn en waarom.


Slide 3 - Slide

lesdoel
In deze les leer je wat de sterke en zwakke punten van deze twee manieren van denken zijn.

Slide 4 - Slide

Volgorde 
Kenmerk van taaldenkers.
Waarom is dat heel handig?
Wat is de valkuil van beelddenkers
hier?

Slide 5 - Slide

Overzicht
Kenmerk van beelddenkers.
Waarom is dat heel handig?
Wat is de valkuil van taaldenkers hier?

Slide 6 - Slide

Waarom
Kenmerk van beelddenken.
Waarom is dat handig?
Waarom is het lastig als je dit
 niet zo goed kunt?
Het restaurant bevindt zich op een boot, midden op zee. 
Het waait hard en de gasten zijn zeeziek.

Slide 7 - Slide

details
Waarom is het 
handig als je de details
ziet.
Wat kan er fout gaan 
als je daar minder
goed in bent?

Slide 8 - Slide


Slide 9 - Open question


Slide 10 - Open question


Slide 11 - Open question

Conclusie

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

check
1. Wat heb je deze les geleerd
2. Wat heb je deze les laten zien waar je trots op bent
3. wat heb je deze les van een klasgenoot gezien war deze trots op kan zijn

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide