H4.1 deel 2 De start van een eigen bedrijf

programma
herhaling 1e deel paragraaf 1
huiswerk 4.1 1 t/m 7
uitleg en maken 2e deel paragraaf 1
huiswerk 8 t/m 13
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

programma
herhaling 1e deel paragraaf 1
huiswerk 4.1 1 t/m 7
uitleg en maken 2e deel paragraaf 1
huiswerk 8 t/m 13

Slide 1 - Slide

Wat is een investeringsbegroting?

Slide 2 - Open question

Vaste opbouw investeringsbegroting
Vaste activa
  • grond 
  • gebouw
  • inventaris
Vlottende activa
  • voorraad goederen
  • debiteuren
Liquide middelen
  • betaalrekening
  • kas
  • kas

Slide 3 - Slide

Wat is een resultatenbegroting?

Slide 4 - Open question

Van omzet naar nettowinst
Omzet                                              (verkoopprijs x aantal verkochte producten)
Inkoopwaarde                              (inkoopprijs x aantal verkochte producten)
-----------------    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
-----------------     -
Nettowinst

Slide 5 - Slide

Wat betekent BTW?
A
Bruto Toegevoegde Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Belasting Totale Waarde

Slide 6 - Quiz

Welke BTW tarieven zijn er? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
0%
B
9%
C
19%
D
21%

Slide 7 - Quiz

Wie betaalt uiteindelijk de BTW?
A
De bedrijven
B
De overheid
C
De consumenten
D
Niemand

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen inventaris en voorraad? Kies het juiste antwoord.
A
Voorraad heb je nodig en inventaris niet
B
Voorraad verkoop je, inventaris gebruik je in je bedrijf
C
Voorraad zijn altijd je stoelen, banken etc.
D
Inventaris is wat je verkoopt, voorraad zijn spullen in de winkel

Slide 9 - Quiz

Wat zijn vlottende activa?
A
Onroerend goed en machines
B
Kortlopende activa zoals voorraden

Slide 10 - Quiz

Wat zijn vaste activa?
A
Snel verhandelbare goederen
B
Langdurige middelen zoals gebouwen

Slide 11 - Quiz

huiswerk
paragraaf 4.1 1 t/m 8

Slide 12 - Slide

2e deel paragraaf 1
financieringsplan
leerdoelen

je weet aan het eind van de les wat een financieringsplan is.

Slide 13 - Slide

Start van een eigen bedrijf
  • investeringsbegroting
  •                                              wat heb je nodig?
  • resultatenbegroting
  •                                              wat ga je verdienen?
  • financieringsplan
  •                                              waar betaal je alles van?

Slide 14 - Slide

het financieringsplan


  • dit is een plan dat uitlegt hoe de onderneming aan het geld komt om te starten.

Slide 15 - Slide


Financieringsplan:


Eigen vermogen

Vreemd vermogen

* lening bank

* lening ouders

---------------------  +

Totale financieringsbehoefte

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Zou jij je geld in een crowdfunding project steken?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

huiswerk 
paragraaf 1 vraag 8 t/m 14

Klaar? Test jezelf maken

Slide 20 - Slide