Les 15: Koorts, wratten en diabetes

Les 15: Koorts/ wratten/ Diabetes Mellitus 
Lesdoelen: Aan het einde van deze les
Weet de leerling wat koorts is
Wat er tijdens een wrattenspreekuur aan bod komt
Wat Diabetes mellitus is

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 15: Koorts/ wratten/ Diabetes Mellitus 
Lesdoelen: Aan het einde van deze les
Weet de leerling wat koorts is
Wat er tijdens een wrattenspreekuur aan bod komt
Wat Diabetes mellitus is

Slide 1 - Slide

Werkveld gezondheidscentrum
Wat is een gezondheidscentrum?




Slide 2 - Slide

Werkveld gezondheidscentrum
Wat is een gezondheidscentrum?

Een doktersassistente moet natuurlijk wat weten over ziektes die vaak voorkomen en welke klachten daarbij horen. De assistente moet kunnen inschatten of iets ernstig is of niet en of de patiënt naar de praktijk moet komen voor verder onderzoek. Soms is het zelfs verstandiger dat de huisarts op huisbezoek gaat.


Slide 3 - Slide

Wat is er aan de hand bij koorts?
Bekijk het filmpje:
1. Waarom krijg je koorts?
2. Bij welke temperatuur heb je verhoging
en bij welke temperatuur heb je koorts?



Slide 4 - Slide

Suzan heeft een bezorgde moeder aan de lijn. Bart, haar zoontje van 4, heeft hoge koorts. Suzan moet inschatten of het verstandig is dat de dokter het kind onderzoekt. Ze probeert aan de telefoon ook om de moeder een beetje gerust te stellen.

Maak opdracht 9.1 en 9.2

Slide 5 - Slide

Wanneer moet je een dokter inschakelen als een kind koorts heeft?

Slide 6 - Open question

Rollenspel 9.3
- Speel dit rollenspel met 2 klasgenoten.
- Je hebt nu voldoende informatie om zelf de moeder van Bart te woord te staan.
- Eén leerling is de doktersassistent(e).
- Je krijgt een telefoontje van een bezorgde moeder. Gebruik je antwoord op de vorige vraag en gebruik de theorie.

Casus:
rol assistente: De moeder van Bart is erg bezorgd. Probeer haar een beetje gerust te stellen.
rol moeder: Je maakt je zorgen om Bart, je zoontje van 4. Hij heeft al drie dagen hoge koorts en wil niet eten of drinken.

Voordat we beginnen even belangrijk:
Hoe neem je de telefoon op als  doktersassistente? (volgende dia)

Slide 7 - Slide

Hieronder staan enkele zinnen uit een telefoongesprek van het gezondheids
centrum.

Zet de zinnen in de juiste volgorde. 
Zet de zin die als eerste komt bovenaan.


2
1
3
4
5
6
7
8
9
Oke, dan zie ik u vanmiddag om 15.00 uur. Mocht er in de tussentijd de klachten verergeren dan kan u altijd even bellen. 
Dat is heel vervelend, het lijkt mij goed dat u even naar het spreekuur komt. 
Graag gedaan, ik zie u vanmiddag.
Goedemorgen, Huisartsenpraktijk de Pelikaan, u spreekt met Bea Stip. Wat kan ik voor u doen?
Kunt u vanmiddag om 15.00 uur? 
Goede morgen, met mw. Jansen. Mijn dochter van 4 weken heeft al de hele dag koorts!
Ja, 15.00uur lukt.
Oke, heel erg bedankt,  dat we kunnen langs komen.
Dag mevrouw

Slide 8 - Drag question

Rollenspel 9.3

Slide 9 - Slide

Wrattenspreekuur
Wat is nou precies een wrat?


Filmpje

Slide 10 - Slide

Wat weet je al
over diabetes?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Twee types Diabetes mellitus

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hypo of Hyper

Slide 16 - Slide

symptomen van diabetes zijn
A
vaak naar het toilet moeten veel dorst hebben
B
infecties hebben die moeilijk genezen veel eten en toch niet dikker worden
C
last hebben van je tandvlees jeuk hebben
D
rusteloos zijn moeilijk stoelgang maken

Slide 17 - Quiz

Diabetes patiënten hebben een
A
tekort aan insuline
B
teveel insuline

Slide 18 - Quiz

Wat voor soort medicijn krijg je bij diabetes
A
Insuline
B
Glucose
C
Antibiotica
D
Vitamine C

Slide 19 - Quiz

Als iemand suikerziekte/diabetes heeft, wat maakt het lichaam niet aan?
A
Suiker
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucose

Slide 20 - Quiz

Hoe wordt diabetes ook wel genoemd?
A
Epilepsie
B
Suikerziekte
C
Melitus
D
Copd

Slide 21 - Quiz

iemand met diabetes maakt te weinig of niets van dit hormoon aan
A
insuline
B
adrenaline
C
dopamine
D
oestrogeen

Slide 22 - Quiz

Iemand met diabetes heeft dit teveel in het bloed
A
insuline
B
adrenaline
C
glucose
D
zout

Slide 23 - Quiz

Rachid heeft diabetes.

Wat is een ander woord voor diabetes?

A
blaasontsteking
B
nierziekte
C
suikerziekte
D
nierziekte

Slide 24 - Quiz

Wie krijgen diabetes type 1 meestal
A
Ouderen
B
Jongeren
C
Pubers

Slide 25 - Quiz

1. Wat is ouderdomsdiabetes?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2

Slide 26 - Quiz

Wat kunnen gevolgen zijn van overgewicht?
A
Hart- en vaatziekte
B
Kanker
C
Diabetes type 2
D
Obesitas

Slide 27 - Quiz

Mevrouw Jansma heeft diabetes type 2.

Wat kun je het best voor haar inschenken als ze wat wil drinken?

A
Frisdrank
B
chocolademelk
C
Koffie met suiker
D
thee zonder suiker

Slide 28 - Quiz