Overhoren woordenschat 3H K3 L1-6

Overhoren woordenschat 
3H K3 L1-6
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Overhoren woordenschat 
3H K3 L1-6

Slide 1 - Slide

Om te beginnen...
multiple choice vragen

Slide 2 - Slide

Wat betekent:
das Zuckerfest
A
het suikerklontje
B
de vastenmaand
C
de diabetes
D
het suikerfeest

Slide 3 - Quiz

Wat betekent:
gleich
A
zo meteen
B
gelijkmatig
C
rechtdoor
D
eerder

Slide 4 - Quiz

Wat betekent:
die Herzen
A
de haarden
B
de harten
C
de herten
D
de haren

Slide 5 - Quiz

Wat betekent:
fast
A
bijna
B
meteen
C
snel
D
vast

Slide 6 - Quiz

Wat betekent:
die Nachricht
A
de rechtbank
B
het toetje
C
het bericht
D
de navraag

Slide 7 - Quiz

Wat betekent:
der Wettbewerb
A
de weddenschap
B
de sollicitatie
C
de bewering
D
de wedstrijd

Slide 8 - Quiz

Wat betekent:
die Hochzeit
A
de bruiloft
B
het huwelijk
C
de bruid
D
de bruidegom

Slide 9 - Quiz

Wat betekent:
sobald
A
kaal
B
snel
C
wanneer
D
zodra

Slide 10 - Quiz

Wat betekent:
der Brauch
A
de buik
B
het gebruik
C
de breuk
D
het cadeau

Slide 11 - Quiz

Wat betekent:
die Kerze
A
de kaart
B
de kaars
C
het omkeren
D
de kers

Slide 12 - Quiz

Wat betekent:
der Rücken
A
de ruggen
B
de rugzak
C
de rug
D
de rugpijn

Slide 13 - Quiz

Wat betekent:
anziehen
A
aantrekken
B
aanproberen
C
aanbevelen
D
aanraden

Slide 14 - Quiz

en dan nu nog wat 
open vragen...

Slide 15 - Slide

Wat betekent:
empfehlen

Slide 16 - Open question

Wat betekent:
erreichen

Slide 17 - Open question

Wat betekent:
schicken

Slide 18 - Open question

Wat betekent:
Ostern

Slide 19 - Open question

Wat betekent:
darüber hinaus

Slide 20 - Open question

Wat betekent:
die Einladung

Slide 21 - Open question

Wat betekent:
denn

Slide 22 - Open question

Wat betekent:
zeigen

Slide 23 - Open question

Wat betekent:
der Heiligabend

Slide 24 - Open question

Tot slot nog wat evaluatievragen...

Slide 25 - Slide

Ik ben al begonnen met het leren van de woordenschat voor de toets
ja
nee

Slide 26 - Poll

Ik heb al voldoende geoefend met kijken/luisteren
ja
ik twijfel
nee

Slide 27 - Poll