Een infrastructuur is het geheel van voorzieningen dat nodig is om een land of organisatie, zoals een bedrijf of een instelling, goed te laten functioneren. Deze voorzieningen hebben de volgende basiskenmerken:
Ze zijn tot op zekere hoogte blijvend of voortdurend beschikbaar.
Ze zijn bestemd voor algemeen en gemeenschappelijk gebruik.
In veel gevallen is een overheid verantwoordelijk voor de infrastructuur voor een land of regio. In Nederland is het Rijk verantwoordelijk voor de aanleg van rijkswegen en spoorlijnen en grote bouwwerken, voor onderzoek en onderwijs, en voor de ziekenhuiszorg. Bekabeling voor transport van elektriciteit en data zijn vaak in particuliere handen. Provincies en gemeenten hebben verantwoordelijkheden voor de lokale verkeersinfrastructuur, inclusief het lokale openbaar vervoer. Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de gezondheidszorg. Waterschappen hebben het kwalitatieve en kwantitatieve waterbeheer als belangrijkste taken. De Europese Unie eist dat infrastructuren op elkaar aansluiten, wat bijvoorbeeld zichtbaar is in de op elkaar lijkende verkeersborden en -tekens op het Europese wegennet.