4.2: De Romeinse samenleving (2)

4.2: De Romeinse samenleving
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2: De Romeinse samenleving

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Herhaling eerste deel 4.2
  • vervolg paragraaf 4.2
  • aan de slag met de begrippen bij paragraaf 4.2
  • afmaken opdrachten van de methode 
  • Werken aan je praktische opdracht.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... heb je geleerd welke plaats slaven hadden in de samenleving.
... heb je geleerd hoe de machthebbers de bevolking tevreden probeerden te houden.
... heb je geleerd wie Spartacus was.
... heb je laten zien dat je nog weet welke sociale verhoudingen er bij de Romeinen waren.
... heb je de begrippen gekoppeld aan een afbeelding en dit uitgelegd volgens de opdracht.

Slide 3 - Slide

Middelen van bestaan

Slide 4 - Mind map

Leg uit dat deze afbeelding een oorzaak was voor de bloeiende economie in het Romeinse rijk.

Slide 5 - Open question

Door welke andere oorzaken bloeide de economie?

Slide 6 - Open question

1
2
3
4
5
Slaven
gewone Romeinen
aanzienlijke families
proletariaat
Rijke handelaren

Slide 7 - Drag question

Brood en spelen:
  • Graan en vermaak voor de bevolking in Rome
  • Afkomstig van de autoriteiten (personen met macht)
  • Doel: Volk rustig houden en zelf populair worden. 
  • populairst: gladiatoren die elkaar voor publiek tot de dood bevechtten.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Veel slaven:
  • 1 op de 10 inwoners van het Romeinse rijk was slaaf
  • in Rome was dit 1 op de 3
  • krijgsgevangenen: verkocht als slaven. Moeten vaak zwaar werk doen: werken in de landbouw, mijnen en steengroeven. 
  • Niet alle slaven doen zwaar werk: hoogopgeleide Griekse slaven werkten bijv. als leraar of boekhouder.
  • Deel van de slaven kon genoeg verdienen om zich vrij te kopen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

aan de slag:
  • Lees de theorie en maak de opdrachten van paragraaf 4.2 (herhaling en verdieping hoef je niet te doen.)
  • Werk aan je begrippen opdracht, je maakt nu af t/m paragraaf 4.2.

Slide 12 - Slide