MH1 Life Vision Grammar Ch.3 + 4

MH1 LV Grammar Ch.3 + 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

MH1 LV Grammar Ch.3 + 4

Slide 1 - Slide

Noem 2 Engelse tijdsvormen vd tegenwoordige tijd met hun kenmerken

Slide 2 - Open question

Maak zin in de Pr. Continuous met (Father / come / at home)

Slide 3 - Open question

Gebruik Pr.Continuous negative:
(Carla / write / a letter / to her friend)

Slide 4 - Open question

Gebruik Pr.Continuous + vragend:
(we / walk / seriously / in the park)

Slide 5 - Open question

Zet deze zin in de Pr.Simple negative:
Mother speaks very loudly to us.

Slide 6 - Open question

Mk de zin vragend in de Pr.Simple:
Our neighbours always shout to each other.

Slide 7 - Open question

Wat betekent een 'adjective'?
A
een willekeurig voornaamwoord
B
een aangepast voornaamwoord
C
een bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quiz

Wat is een Comparative Adjective?
A
voornaamwoord met een kompas
B
vergelijkend bijvoeglijk voornaamwoord
C
vergelijkend bijwoord

Slide 9 - Quiz

a=big, b=bigger, c=biggest
Welk bijvoeglijk nw. is hier Comparative oftewel vergelijkend?
A
b. bigger
B
c. biggest
C
a.big

Slide 10 - Quiz

Een vergelijkend bijvoeglijk nw. herken je aan het woord:
A
then
B
than
C
of

Slide 11 - Quiz

Superlative Adjective

Slide 12 - Mind map

Prefix betekent voorvoegsel, vb. friendly/unfriendly.
Geef de prefix van: kind, popular, comfortable, happy, healthy

Slide 13 - Open question

Opposite (tegenovergestelde) van:
big, good, long, straight, new, serious

Slide 14 - Open question