BVVJ 1.2/ 1.3 Het ademhalingsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Thema 1: Verbranding en ademhalen

BK 1.3 /KGT 1.2: Het ademhalingsstelsel

Wat gaan we doen vandaag

terugblik

leerdoelen 'het ademhalingsstelsel'

Theorie BL 1.3/ KGT 1.2

Afsluiten

Leerdoelen

BK 1.3 KGT 1.2

• Je kunt in een afbeelding van het ademhalingsstelsel de delen benoemen.
• Je kunt de kenmerken en functies van de delen van het ademhalingsstelsel noemen. 

0

Ademhalingsstelsel

Neusholte en mondholte

Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.

De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. 

Kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Onder het  neusslijmvlies liggen veel bloedvaatjes met warm bloed.

De lucht die je inademt door je neus wordt zo vochtig, warm en schoon

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte, slik je door

Alsje verkouden bent maakthet slijmvlies te veel vocht, 

er loopt dan snot uit je neus

Reukzintuig: 

zit boven in je neusholte, geeft waarschuwingen

stinkende gassen kunnen giftig of schadelijk zijn.

In de mondholte geen trilharen en ruikzintuig.

Bij inademen door de mond wordt de lucht minder schoon, warm en vochtig. 

Droge koude lucht kan het longslimvlies beschadigen.

Keelholte en strottenhoofd

Lucht moet de luchtpijp in, voedsel de slokdarm.

In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.

De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 

De strottenklep: sluit de luchtpijp af.

Als je ademhaalt staan ze allebei open.

Het strottenhoofd zit aan het begin van de luchtpijp.

Aan de buitenkant voel je deze als je adamsappel.

Hierin zitten je stembanden. 

soms sluiten strotklepje en huig niet goed, b.v. als je lacht tijdens het eten.

Voedsel komt dan in je luchtpijp en je neusholte.

Door te hoesten kan je het vaak weer uit je luchtpijp verwijderen

0

Luchtpijp en longen

De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd. 

De vertakkingen van de luchtpijp noemen we de bronchiën.

Kraakbeenringen in de wanden zorgen voor stevigheid van luchtpijp en bronchiën. (als een stofzuigerslang)

De wand is bedekt met slijmvlies. 

Het strottenhoofd bestaat ook uit kraakbeen.

aan het einde van de bronchiën zitten nog kleinere buisjes met aan het einde longblaasjes.

Hierin wordt zuurstof afgegeven aan het bloed en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht.

Ook deze wnaden zijn bedekt met slijmvlies. 

Hier blijven stof en ziekteverwekkers aan plakken.

Bij extra veel slijm ga je hoesten.

Maken Thema 1:

Aan de slag

Maken en nakijken/ verbeteren § 1.3

Maken en nakijken/ verbeteren  § 1.2

BK

KGT

Leerdoelen

BK 1.3 KGT 1.2

• Je kunt in een afbeelding van het ademhalingsstelsel de delen benoemen.
• Je kunt de kenmerken en functies van de delen van het ademhalingsstelsel noemen. 

Noem alle onderdelen die je weet van het ademhalingsstelsel

neusholte

luchtpijp

long

middenrif

huig

slokdarm

longblaasje

Onderdelen ademhalingsstelsel

Wat is het doel van het neusslijmvlies en trilharen?

Wat doet het strotklepje in de keelholte?

Waar bevinden zich de longblaasjes?

Spieren tussen de ribben waarmee de ribben en het borstbeen kunnen worden bewogen.

Spieren waarmee het midden-rif kan worden bewogen.

Ademhaling dankzij het samentrekken van het middenrif en de buikspieren.

Ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen.

Voortdurende verversing van de lucht in de longen.

Tussenribspieren

Middenrifspieren

Buik-ademhaling

Borst-ademhaling

Ventilatie

Afluiten

Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Volgende keer: 

Ademhalen/ de longblaasjes

Extra filmpjes

0