chapitre 5: Entre amis cours 2 28 03 2023 1C

Entre amis   chapitre 5
mensen en activiteiten beschrijven
vertellen over uiterlijk, karakter en activiteiten
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Entre amis   chapitre 5
mensen en activiteiten beschrijven
vertellen over uiterlijk, karakter en activiteiten

Slide 1 - Slide

chapitre 5 = entre amis
kun je al wat vertellen over mensen en activiteiten? Wat voor soort vocabulaire, en grammatica ga je leren denken jullie? 

Slide 2 - Video

This item has no instructions

devoirs pour mercredi, 29 mars
vocabulaire A n-f f-n (alleen woorden) schrijvend leren page 40



 apprendre: rijtje être = zijn (page 158) schrijvend leren - door elkaar laten overhoren (schrijftelijke) n-f
faire exercices: 2, 3, 4, + lees tekst "mon anniversaire (page 13) en maak 5B 5D





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programme, mercredi 29 mars 
- devoirs ( être et voc A)
- le français pendant le cours
- exercices
- les couleurs : vidéo
- bloc B
- vos anniversaires
- chanson?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Je ne comprends pas
Vous avez les notes?
Je peux ouvrir la fenêtre?
On a des devoirs?
J'ai oublié mon livre
Ik ben mijn boek vergeten
Heeft u de cijfers?.
Mag ik het raam open doen?
Hebben wij huiswerk?
Ik begrijp het niet

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

ik ben
wij zijn
men is

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

jij bent
we zijn
zij zijn (ml mv)

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

u bent
ik ben
zij zijn (vl mv)

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

hij is
jij bent
zij is

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Zijn mobiele telefoon is slecht

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Jouw nicht vraagt waarom

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Les cheveux
Les yeux marron
bleu
noir
les lunettes
Ex. 2 (p. 10)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Ex. 2a

1. de haren
2. de ogen
3. blauw
4. zwart
5. de bril
6. (kastanje)bruin
Ex. 2b

1. les lunettes
2. les cheveux
3. les yeux
4. marron
5. bleu
6. noir

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ex. 3a

1. B
2. E
3. A
4. D
5. C
Ex. 3b

1. Je peux commençer?
2. Je peux téléphoner?
3. Je peux parler?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ex. 4 (p. 12)
* Faites ex. 4
* Tip: linkerkolom = familie, middelste kolom = emoties, en rechterkolom = verjaardag
* 3 minutes, après on va corriger!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Correction!
Links: le frère, l'oncle, les parents et les cousins
Midden: horrible, nul, super, cool
Rechts: l'anniversaire, le cadeau, fêter, la fête

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

à faire
faire:
exercices 6, 7, 
exercice 9

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ex. 5
Ex. 5 A: B, D, E

Ex. 5 B,C: 
1. se téléphonent = ze zijn bij Jules
2. n'a pas aimé = super
3. ses copains = alleen familie
4. n'a pas eu = heeft het wel gekregen                    6. va = gaat niet
5. cassé = weg                                                                     7. Lyon = België 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

C'est quand ton anniversaire?
(Mon anniversaire,)
C'est le 22 avril

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions