Woche 9 les 2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

SEHEN & HÖREN

Wil je inloggen? 

Planung 

Vandaag gaan we veel video's en luisterfragmenten bekijken. 

We gaan veel oefenen. 

Want laatste les deze week: toets :) 

01:05

Het meisje wil

1. hem de weg wijzen
2. zeggen dat ze de tas leuk vindt
3. de weg vragen
4. zeggen dat hij in de weg staat

03:44

Was ist Nicos Problem?

1. die Tasche ist weg
2. er verpasst eine Verabredung
3. sein Taxi kommt nicht
4. sein Taxi ist weg gefahren

04:35

Wohin will Nico? (schreibe das deutsche Wort auf)

05:28

Wo ist die Mama von dem Mädchen?

1. in einer anderen Stadt
2. im Flugzeug
3. in Amerika
4. Zuhause

05:51

Was bedeutet das Wort "spinnen"?

06:52

Weiß der Taxifahrer wo die Tasche ist?

1. ja
2. nein

08:26

Wer soll helfen die Tasche zu finden?

08:27

Was sollen sie nun machen?

1. die Tante suchen
2. zur Polizeiwache kommen
3. zum Fahrradgeschäft gehen
4. den Ausweis suchen

12:32

Wo ruft Nico an?

13:55

Wo soll der Finder der Tasche, die Tasche abgeben?

1. Fundbüro
2. bei Yara
3. bei Lisa Zuhause
4. bei der Polizei

15:48

Weiß Yara das Nico in Deutschland ist?

17:13

Waarom zijn Lisa en Nico naar Sebastian gegaan?

1. om te vragen of hij daar mag wonen
2. omdat hij weet wat Yara's adres is
3. om te feesten
4. om het feest voor te bereiden

Schreibe vier Wörter oder Sätze auf, die dir im Kopf geblieben sind...

Bis zum nächsten Mal! 

Höre dir das Gespräch an. 

Das Gespräch ist in 6 Fragmente unterteilt. Lies vor jedem Fragment die Behauptung und kreuze nach dem Hören an, ob die Behauptung richtig (R) oder falsch (F) ist. 

Op de volgende sheets geef je aan of onderstaande beweringen

Richtig / Falsch zijn:

1. Tom en Hanna willen oma een computercursus cadeau geven.
2. Oma is met haar vriendinnen wezen winkelen.
3. Tom en Hanna vinden oma's gedrag een beetje raar.
4. Hanna wil als oppas geld gaan verdienen.
5. Oma betaalt Hanna's concertkaartje.
6. Oma heeft de loterij gewonnen.

Text II

1. Tom en Hanna willen oma een computercursus cadeau geven.

1. Richtig
2. Falsch

2. Oma is met haar vriendinnen wezen winkelen.

1. Richtig
2. Falsch

3. Tom en Hanna vinden oma's gedrag een beetje raar.

1. Richtig
2. Falsch

4. Hanna wil als oppas geld gaan verdienen.

1. Richtig
2. Falsch

5. Oma betaalt Hanna's concertkaartje.

1. Richtig
2. Falsch

6. Oma heeft de loterij gewonnen.

1. Richtig
2. Falsch

00:19

Hoeveel kilo worst eten de Duitsers gemiddeld per jaar?

1. 13
2. 20
3. 30
4. 50

01:12

Wat is een 'Metzger'?

1. bakker
2. slager
3. supermarkt
4. messenwinkel

01:20

Hoeveel worstsoorten zijn er?

1. 100
2. 200
3. 1000
4. 2000

01:58

Hoeveel vegetariërs zijn er in Duitsland?

1. 7 duizend
2. 7 miljoen
3. 70 miljoen
4. 17 miljoen

03:18

Welke worst is het populairst volgens het filmpje?

1. normale Bratwurst
2. vegetarische Bratwurst

00:32

Wat zijn Kuscheltiere?

1. knutseldieren
2. poppen
3. knuffeldieren
4. zakdoeken

00:55

Hoeveel geld wordt er per jaar besteed aan Kuscheltiere?

1. duizend euro
2. 100 duizend euro
3. 1 miljoen euro
4. 100 miljoen euro

01:50

Wat wordt het meest verkocht?

1. beer
2. haas
3. pop
4. hond

03:33

Hoe heet het knuffeldier van de presentatrice?

1. Frosty
2. Weißchen
3. Bär
4. Schatz

00:17

Yara woont in Nederland.

1. Richtig
2. Falsch

00:37

Noem drie drankjes die aangeboden worden.

00:52

Ze wil een koffie met veel suiker en weinig melk

1. Richtig
2. Falsch