VWO H4.1 Van eicel tot baby

H4 voortplanting
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

H4 voortplanting

Slide 1 - Slide

H4 Voortplanting en seksualiteit
H4.1 Nieuw leven
Bevruchting, ontwikkeling geslachtsorganen en puberteit
H4.2 Vorming geslachtscellen
Meiose, verdelen van chromosomen, vorming zaadcel en eicel
H4.3 Hormonale regeling
Geslachtshormonen regelen puberteit, menstruatie en bevalling
H4.4 Hulp bij voortplanting
Medische hulp bij onvruchtbaarheid
H4.5 Vookomen van SOA’s en zwangerschap
Welke zijn er, hoe voorkom je ze

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Een zaadcel en eicel

Slide 4 - Slide

Waar vindt de bevruchting (versmelting eicel en zaadcel) plaats?



Slide 5 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
  • 1.Baarmoeder
  • 2.Eileider
  • 3.Eierstok
  • 4.Trechter
  • 5.Baarmoedermond
  • 6.Urinebuis
  • 7.Vagina 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Filmpje bevruchting
Bevruchting -  Nucleus Medical Media
Youtube

Slide 8 - Slide

- Wat zijn de hindernissen die een zaadcel moet overwinnen?
- Waarom verandert de zona pellucida van de eicel naar het ondoordringbare 'bevruchtingsmembraan'? 

Slide 9 - Slide

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling in baarmoederslijmvlies

Slide 10 - Slide

Deling 
- De bevruchte eicel deelt na 1 dag in 2 cellen
- Na 3 dagen bolletje van 16 cellen
- Even groot als oorspronkelijke cel: klievingsdeling

Slide 11 - Slide

Deling 
- Na 5 dagen bolletje van 100 cellen 
- Hol van binnen : Blastula

- Buitenste laag van blastula vormt vlokken die het baarmoederslijmvlies ingroeien. Dit is de innesteling

Slide 12 - Slide

De vlokken vormen samen met baarmoederslijmvlies de placenta

Slide 13 - Slide

Placenta
Twee navelstrengslagaders (van embryo -> placenta)
Eén navelstrengader (van placenta -> embryo)

Slide 14 - Slide

Geslacht
Chromosomen paar 23 bepaalt het geslacht.
XX voor meisje
XY voor jongen
Vanaf week 14 kan via een echo het geslacht van een foetus worden bepaald.


Slide 15 - Slide

Jongen of meisje?
- Het SRY gen op het Y chromosoom bepaalt dat de embryo zich mannelijk ontwikkeld.  

Slide 16 - Slide

Voordat je kunt voortplanten..

Slide 17 - Slide


Blz 123 en 124
Zoek waar de onderdelen zich bevinden en de functie
Groep 7
Primaire, secundaire en tertiare geslachts-kenmerken

Slide 18 - Slide

Groep 1
- Ovaria
- Eileider
- Ovulatie
Groep 2
- Menstruatie
- Baarmoeder
slijmvlies
- 'Maagdenvlies'
Groep 3
- Clitoris
- Vagina
- Schaamlippen
Groep 4
- Zaadballen
- Balzak
- Bijbal
Groep 6
- Primaire, 
secundaire en tertiare geslachtskenmerken
Groep 5
- Zwellichamen
- Zaadblaasjes
- Prostaatklier
Groep 7
- Seksualiteit
- Homo- en Bi-seksualiteit 
Zoek met je groepsleden de locatie en functie van deze onderdelen of de betekenis van de begrippen (blz 121, 122)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Herhaling Mitose
1. In welke fase wordt het DNA verdubbeld?
2. Hoeveel kopieën van het X chromosoom heeft een vrouw tijdens de G1 fase? En hoeveel tijdens de G2 fase?
3. Hoeveel kopieën voor het gen van haarkleur heb je in de G1 fase? En hoeveel tijdens de G2 fase? 
4. Wat is het verschil tussen n en 2n?

Slide 22 - Slide

- Gewone lichaamscellen zijn diploid: Hebben van elk type chromosoom 2 exemplaren (1 van je vader en 1 van je moeder)
- Geslachtscellen zijn haploid: Hebben van elk type chromosoom 1 exemplaar (die van je vader óf je moeder)

Slide 23 - Slide

Aan de slag
H4.1 Opdracht 5 t/m 8

Slide 24 - Slide

Gewenste en ongewenste intimiteiten

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Discriminatie vanwege seksualiteit

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video