2e On y va les 1

1e les on y va
1 / 43
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1e les on y va

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  DOCENT
2D
3 rijen maken
Fenna
Ana
Leigh
Daan
Caleb
Celine
Gwen
Toon
Stijn B
Jayden
David
Lynn
Nikki
Alex
Maarten
Kim 
Jari
Asifa
Nadia
Joshua
Arjen
Aleyna
Denise
Chris
Luca
Twan
Déan 
Stijn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Gradur: ne reviens pas
Als het liedje klaar is, ben jij klaar om met de les te beginnen: boek open, pen en schrift op tafel.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

BONJOUR!                                   Mercredi
                                                       13-09-23




  l'été         l'automne       l'hiver       le printemps         l'été

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:
1. Comment ça va?
2. Schoolafspraken
3. Klasseafspraken
4. Het werkboek: 
ON Y VA!
5. Volgende week
2. SCHOOLAFSPRAKEN
  • Eten & drinken
  • Kluis (spullen & sleutels)
  • Toilet
  • Huiswerk/ Magister
  • Tafels laten staan/ stoelen aanschuiven bij vertrek. 
  • TELEFOONTAS: camera naar beneden!!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:
1. Comment ça va?
2. Schoolafspraken
3. Klasseafspraken
4. Het werkboek: 
ON Y VA!
5. Volgende week
3. KLASSEAFSPRAKEN
  • Wat gaan we doen? Inhoud vd les op het bord !
  • Stil zijn tijdens instructie
  • Aantekeningen maken mag
  • Geen enkele vraag is een domme vraag!
  • Samen Frans spreken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

4. HET WERKBOEK
Prenez vos livres:
1. L'introduction, p. 2
2. Au travail, p. 6
3. Faire ex. 1-3

KLAAR: Leren p.6


Aujourd'hui:
1. Comment ça va?
2. Schoolafspraken
3. Klasseafspraken
4. Het werkboek:
ON Y VA!
5. Volgende week

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

5. VOLGENDE WEEK
Les devoirs: 
p. 10, finir ex. 1-3


Aujourd'hui:
1. Comment ça va?
2. Schoolafspraken
3. Klasseafspraken
4. Het werkboek:
ON Y VA!
5. Volgende week
Le but: Beginnen met het Frans... wat wisten we nog? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gradur: ne reviens pas

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Les van ma 18 sept, 2e les viel uit. HW ipv ex. 8: voorber. ww op -ER p. 164)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Tekst
l'automne             l'hiver           le printemps            l'été
Bonjour!                                    
Lundi 25-09-2023 


Après les vacances, c'est à vous...

                        

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. WW op -ER 
4. Het werkboek: 
ON Y VA!
5. Le prochain cours/ de volgende les
2. Les devoirs/ het huiswerk

Finir ex. 4-7 en ww op -ER  

ex. 6b: l'adjectif (bijv. nw)
ex. 7: phrases



timer
10:00
Le but: na deze les kan ik een werkwoord op -ER vervoegen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. WW op -ER
4. Het werkboek:
ON Y VA!
5. Le prochain cours/ de volgende les
3. WW op -ER, p. 164

Prenez vos cahiers
(pak je schrift)

Faites des notes
(maak aantekeningen)

timer
8:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:

 1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. WW op -ER
4. Het werkboek:
ON Y VA!
5. Le prochain cours/ de volgende les
4. ON Y VA!

WAT?
HOE?
Opdr. stencil maken
En silence
Ex. 9, p. 14
En silence
KLAAR? 
Apprendre
p. 7, phrases Pendant le cours
timer
15:00

Slide 17 - Slide

Maak de opdrachten van de regelmatige ww op -ER op het blaadje.
Lever dit aan het einde van de les in bij je docent.
Zorg dat je naam etc. erop staat!
Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. WW op -ER 
4. Het werkboek: 
ON Y VA!
5. Le prochain cours/ de volgende les
5. Le prochain cours/ de volgende les

  1. Finir ex. 9, p. 14
  2. Faire ex. 8, p. 14. ATTENTION!Maak van elk ONDERWERP (kleur) een klein woordweb EN FRANÇAIS in je schrift.
  3. Ammenez vos ordinateurs.

Le but: Ik kan een werkwoord op -ER vervoegen. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Tekst
l'automne             l'hiver           le printemps            l'été
Bonjour!                                    
Mercredi 27-09-2023 


Après les vacances, c'est à vous...

                        

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. Het werkboek: 
ON Y VA!
4. Les verbes/ WW FAIRE + ALLER
5. Le prochain cours/ de volgende les
2. Les devoirs/ het huiswerk

  • Finir stencil ww op -ER (les réponses)
  • Finir ex. 9, p. 14
  • Faire ex. 8, p. 14. Maak 5 woordwebs EN FRANÇAIS in je schrift.





Le but: na deze les ken ik de betekenis van het werkwoord FAIRE. Ik herken het werkwoord in een zin. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3.  Het werkboek: 
ON Y VA!
4. Les verbes/ WW FAIRE + ALLER
5. Le prochain cours/ de volgende les
3. Het werkboek: ON Y VA, p. 14


WAT?
HOE?
 ex 10A
luister-opdracht
En classe

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3.  Het werkboek: 
ON Y VA!
4. Les verbes FAIRE + ALLER
5. Le prochain cours/ de volgende les
4. Les verbes FAIRE + ALLER

Les verbes: FAIRE + ALLER
ter voorbereiding op de 
komende exercices!

Schrijf mee in je 
schrift!






timer
10:00

Slide 25 - Slide

Je kan in het Frans DIRECT NA een vorm van ALLER een heel WW gebruiken. Zo geef je aan dat iemand iets gaat doen. 
Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3.  Het werkboek: 
ON Y VA!
4. Les verbes FAIRE + ALLER
5. Le prochain cours/ de volgende les
4. Les verbes FAIRE 

1. Je suis/ fais de la musique. 
2. On font/ fait du shopping? 
3. Elle fais/ fait de la musique.
4.  Nous faisons/ faisent un BBQ ce soir....
5. Vous faitez/ faites du judo?







timer
4:00

Slide 26 - Slide

Je kan in het Frans DIRECT NA een vorm van ALLER een heel WW gebruiken. Zo geef je aan dat iemand iets gaat doen. 
Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3.  Het werkboek: 
ON Y VA!
4. Les verbes FAIRE + ALLER
5. Le prochain cours/ de volgende les
5. Le prochain cours/ de volgende les

1. Apprendre (uit je hoofd leren) ww FAIRE, schrijven & vertalen.
2. Faire (maken) ex. 12AB

Le prochain cours:
ETRE, AVOIR, FAIRE &
L'HEURE


Le but: na deze les ken ik de betekenis van het werkwoord FAIRE. Ik herken het werkwoord in een zin. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

1. Apprendre (uit je hoofd leren) ww FAIRE, schrijven & vertalen.

2. Faire (maken) ex. 12AB, p. 17.
Tijdens de volgende lessen gaan we, naast de onderwerpen/ opdrachten uit het boek, het hebben over:
ETRE, AVOIR, FAIRE
L'HEURE- dus ook elke les cijfers 




Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

maud
fabiën-ne
mike
marijn
alyssa
jadey
siem
levi
DIGIBORD
dox
prabh-meet
kian
charlis-sa
isa v. K.
brad-ley
eren
tiebe
anne
melis-sa
elena
elise
isa h.
sander
ruben
vito
demy
noor
lana

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Gradur: ne reviens pas
Als het liedje klaar is, ben jij klaar om met de les te beginnen: boek open, pen en schrift op tafel.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Tekst
l'automne             l'hiver           le printemps            l'été
Bonjour!                                    
02-10-2023 




                        
Lundi
Mardi
Mercredi
Jeuidi
Vendredi
Samedi
Dimanche

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. Le verbe FAIRE
4. le verbe ETRE
5. Les devoirs/ le prochain cours
2. Les devoirs

1. Apprendre (uit je hoofd leren) ww FAIRE, schrijven & vertalen.
2. Faire (maken) ex. 12AB, p. 17.

Na deze les ken ik het werkwoord FAIRE. Ik weet wat het betekent en ik kan het invullen in zinnen. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions


Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3.  Le verbe FAIRE
4. le verbe ETRE
5. Les devoirs/ le prochain cours
3. Le verbe FAIRE: schrijf in je schrift het goede antwoord!
1. Je fait/ fais de la musique. 
2. On font/ fait du shopping? 
3. Elle fait/ fais de la musique.
4.  Nous faisons/ faitons un BBQ ce soir....
5. Vous faitez/ faites du judo?
6. Ils faitent/ font des bonbons?







timer
4:00

Slide 37 - Slide

Je kan in het Frans DIRECT NA een vorm van ALLER een heel WW gebruiken. Zo geef je aan dat iemand iets gaat doen. 

Slide 38 - Link

This item has no instructions

Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. Le verbe FAIRE
4. le verbe ETRE
5. Les devoirs/ le prochain cours
4. le verbe ETRE = zijn. Vul de ontbrekende woorden in. 
NL
Frans
ik ben
je suis
jij ..................
...... es
hij/zij is
il/elle/on.......
wij ............
............ sommes
jullie zijn/ u ...................
vous ..........
zij .....................
ils/.......... ..............
timer
4:00

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. Le verbe FAIRE
4. le verbe ETRE
5. Les devoirs/ le prochain cours
4. le verbe ETRE = zijn. KIJK JE ANTWOORDEN NA en verbeter: 
ik ben
je suis
jij BENT
TU es
hij/zij is
il/elle/on EST
wij ZIJN
NOUS sommes
jullie zijn/ u BENT
vous ÊTES
zij ZIJN
ils/ELLES SONT
timer
1:00

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

5. Les devoirs/ le prochain cours

1. Apprendre (uit je hoofd leren) ww ÊTRE, schrijven & vertalen.
2. Apprendre p. 50 woordjes en zinnen A, 
NL-Fa en Fa-NL. 
Start chapitre 1. 








Aujourd'hui:

1. Comment ça va?
2. Les devoirs/ het huiswerk
3. Le verbe FAIRE
4. le verbe ETRE
5. Les devoirs/ le prochain cours
Na deze les ken ik het werkwoord FAIRE. Ik weet wat het betekent en ik kan het invullen in zinnen. 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions