2.2: Past simple Les 1

Wales
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wales

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Today:
  • Start Unit 2.2
  • Samen doen we opdracht 1 t/m5
  • Daarna uitleg Past Simple

Slide 3 - Slide



Past Simple

Slide 4 - Slide

Past simple part 1
Verleden tijd deel 1

Slide 5 - Slide

The past simple part 1:
In deze lesson up word de past simple uitgelegd en zijn er 
een aantal oefenzinnen om te controleren of je de past simple begrijpt.

Slide 6 - Slide

The past simple:
De uitleg bestaat uit 5 delen:
1: Wat is de past simple?
2: Wanneer gebruik je de past simple?
3: Hoe maak je de past simple?
4: voorbeelden
5: oefenzinnen

Slide 7 - Slide

          Wat is de past simple?
De pas simple is de verleden tijd in het Engels.
Je gebruikt de past simple voor: dingen die zijn afgelopen.

  • Gisteren at ik pizza.     Yesterday I ate pizza.
  • Vorige maand waren we in Parijs.    Last month we were in Paris.

  • Drie jaar geleden werkte ik bij Burger's Zoo.  
  • Three years ago I worked at Burger's Zoo.

Slide 8 - Slide

        Wanneer gebruik je de past simple?
De pas simple gebruik je wanneer iets in het verleden is gebeurd en
het is afgelopen.

Gisteren at ik pizza.
Vorige maand waren we in Parijs.
Drie jaar geleden werkte ik in Burger's Zoo.

Slide 9 - Slide

              Hoe maak je de past simple?
Er zijn 2 manieren om de past simple te maken:

Manier 1: ww + ed
Manier 2: onregelmatige werkwoorden.

Slide 10 - Slide

         Hoe maak je de past simple?
Manier 1: werkwoord + ed

Work --> worked
walk --> walked
talk --> talked

Slide 11 - Slide

          Hoe maak je de past simple?
Maar let op! Soms veranderd de spelling.
Woorden die eindigen op een medeklinker + y eindigen op ied

carry --> carried     (dragen / droeg)
try --> tried              (proberen / probeerde)
marry --> married   (trouwen / getrouwd)

Slide 12 - Slide

          Hoe maak je de past simple?
Let op 2:
Woorden van één lettergreep die eindigen op een klinker + medeklinker.
Hierbij verdubbeld de laatste medeklinker.
Stop --> stopped
travel --> travelled
rip --> ripped

Slide 13 - Slide

        Voorbeelden:
  • Drie jaar geleden werkte ik bij Burger's Zoo.  
       Three years ago I worked at Burger's Zoo.

  • Gisteren liep ik naar huis.
       Yesterday I walked home.

  •  Ik speelde gisteravond gitaar.
        I played guitar yesterday evening.

Slide 14 - Slide

           Oefenzinnen:
Je krijgt nu een aantal oefenzinnen om te controleren of je de past simple kunt toepassen.

Slide 15 - Slide

1/5
I (work) very hard yesterday.
A
work
B
worked
C
working
D
works

Slide 16 - Quiz

2/5
They (visit) their grandparents last weekend.
A
visited
B
visit
C
visitted
D
visiting

Slide 17 - Quiz

3/5
She (use) her phone all the time but now she does not.
A
using
B
use
C
uses
D
used

Slide 18 - Quiz

4/5
I (watch) 'Best singers of the Netherlands' yesterday evening.
A
watch
B
watches
C
watched
D
watching

Slide 19 - Quiz

5/5
It (rain) a lot last summer holiday.
A
rained
B
rains
C
rain
D
raining

Slide 20 - Quiz

Wanneer gebruik je de Past Simple?
A
om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd
B
om te zeggen dat iets in het verleden even aan de gang was

Slide 21 - Quiz

Past simple part 1
Hopelijk kun je nu de past simple toepassen in Engelse zinnen.
In deel 2 gaan we het hebben over onregelmatige werkwoorden.


Slide 22 - Slide

Ik kan de past simple toepassen in Engelse zinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Homework:
Leren blz: 80 & 81
Maken: alles van 2.2

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide