§3.3 Veranderen van fase

1 / 37
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

§ 3.3 Veranderen van fase

Slide 3 - Slide

Deze les
Verslag 
Korte herhaling en uitleg § 3.3 
Mk en lr H3 tm § 3.3
Toets. afspreken

Slide 4 - Slide

Verslag ingeleverd 


Vaardigheden achter in je boek


Slide 5 - Slide

Leerdoelen
3.3.1 Je kunt de zes fase-overgangen van stoffen benoemen.
3.3.2 Je kunt beschrijven hoe de fase-overgangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen.
3.3.3 Je kunt met het deeltjesmodel verklaren hoe het komt dat de temperatuur een belangrijke rol speelt bij smelten en verdampen.
3.3.4 Je kunt uitleggen hoe het komt dat water krimpt bij afkoelen tot 4 °C en vervolgens weer uitzet bij verder afkoelen tussen 4 °C tot 0 °C. (EXTRA)

Slide 6 - Slide

Kookpunt

  • Wat is het kookpunt van water?
  • Welke faseovergang vindt er plaats als water kookt?
  • Wat is het verschil tussen koken en verdampen?
  • Kookpunt is een stofeigenschap
  • Elke zuivere stof heeft een kenmerkend kookpunt

Slide 7 - Slide

Smeltpunt
  • Wat is het smeltpunt van water?
  • Welke faseovergang vindt hier plaats?
  • Smeltpunt/stolpunt
  • Ook het smeltpunt is een stofeigenschap. 
  • Elke zuivere stof heeft een kenmerkend stolpunt en smeltpunt
Stolpunt bij water heet ook vriespunt

Slide 8 - Slide

Boven het kookpunt gasvormig.

Tussen het smelt-en kookpunt vloeibaar.

Onder het smeltpunt is de fase vast.

Slide 9 - Slide

Hoeveel graden is het op deze thermometer?
A
0 graden
B
2 graden
C
-2 graden
D
-7 graden

Slide 10 - Quiz

Gas
Vloeibaar
Vast
Wolk
Stoom
IJsklontje
Zeewater

Sneeuw

Slide 11 - Drag question

Hieronder zie je een vloeistof thermometer. 
Zet de namen bij de juiste nummers
Schaalverdeling
Stijgbuis
Reservoir

Slide 12 - Drag question

Onderdelen van een thermometer

Slide 13 - Slide

Wat voor vloeistof wordt vaak gebruikt in een vloeistofthermometer?
A
Alcohol
B
Water
C
Kwik
D
Ruitenwisservloeistof

Slide 14 - Quiz

De vloeistof in een vloeistofthermometer...
A
Krimpt, als de temperatuur stijgt
B
Krimpt, als de temperatuur daalt
C
Zet uit, als de temperatuur stijgt
D
Zet uit, als de temperatuur daalt

Slide 15 - Quiz









Wat voor soort thermometer is dit?
A
Koortsthermometer
B
Vloeistofthermometer
C
Oventhermometer
D
Buitenthermometer

Slide 16 - Quiz

Waterdamp is ...
A
Zichtbaar
B
Onzichtbaar

Slide 17 - Quiz

In welk onderdeel van de thermometer zit de vloeistof?
A
Reservoir
B
Schaalverdeling
C
Stijgbuis

Slide 18 - Quiz

Fasen en Fase-overgangen

Slide 19 - Slide

Smelten
Van vaste stof naar vloeistof

Denk aan: ijskappen die smelten of een metaal dat omgesmolten wordt

Slide 20 - Slide

Stollen
Van vloeistof naar vaste stof

Denk aan: lava dat hard wordt of of ijs dat bevriest

Slide 21 - Slide

Verdampen
Van vloeistof naar gas

Denk aan: water koken of zweet dat zich door de lucht verspreid

Slide 22 - Slide

Condenseren
Van gas naar vloeistof

Denk aan: condens op glas of en ijskoud flesje dat opwarmt

Slide 23 - Slide

Rijpen
Van gas naar vaste stof

Denk aan: rijp op takken of ijsbloemen op glas

Slide 24 - Slide

Vervluchtigen
Van vaste stof naar gas

Denk aan: droogijs/koolszuursneeuw

Slide 25 - Slide

Het molecuulmodel
  • Elke stof bestaat uit moleculen
  • Elke stof zijn eigen soort moleculen
  • Moleculen bewegen altijd
  • Hoe hoger de temperatuur hoe snelle moleculen bewegen
  • Moleculen trekken elkaar aan 
  • Er zit niets tussen de moleculen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Vaste stoffen
  • de moleculen van een vaste stof bewegen wel maar blijven op dezelfde plaats, vaste stoffen hebben een eigen vorm
  • Hebben een eigen volume
  • kunnen moeilijk samengedrukt of vervormd worden
  • onderlinge aantrekkingskracht tussen moleculen is groot

Slide 28 - Slide

Vloeistoffen
  • Moleculen trekken elkaar nog wel aan maar door de hogere snelheid ontsnappen ze wel aan de aantrekkingskracht van een bepaald deeltje maar worden dan weer gevangen/vastgehouden door een ander deeltje.
  • Ze kunnen op een andere plek in de stof terecht komen
  • Heeft een eigen volume
  • Heeft geen eigen vorm

Slide 29 - Slide

Gassen
  • Moleculen bewegen zo snel dat ze niet meer aan elkaar vast blijven zitten
  • Ze mengen zich met andere (gas)moleculen
  • Hebben geen eigen vorm
  • Hebben geen eigen volume


Slide 30 - Slide

Faseovergang

Bij een faseovergang veranderen de moleculen niet. 
Alleen de aantrekkingskrachten tussen de moleculen veranderen.

Slide 31 - Slide


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 32 - Quiz

De was droogt ook als het vriest.
Welke faseovergang heeft er plaatsgevonden?
A
stollen
B
verdampen
C
smelten
D
vervluchtigen

Slide 33 - Quiz

Door welke faseovergang is dit ijs ontstaan?
A
rijpen
B
bevriezen
C
smelten
D
condenseren

Slide 34 - Quiz

Hoe komt het dat een stof verschillende fasen heeft ?
A
doordat moleculen veranderen
B
door de temperatuur
C
doordat moleculen met verschillende snelheden bewegen
D
door de luchtdruk

Slide 35 - Quiz

Aan de slag - huiswerk 
Voor dinsdag: mk en lr H3 tm § 3.3

Proefwerk H3 - 27 maart

Leren hoofdstuk 3 § 3.1 tm § 3.4
Hoe? Tekst eerst lezen, belangrijkste begrippen noteren/flitskaarten, (aan)tekeningen maken, mindmap maken, opdr maken, oefenen, filmpjes kijken (Magister), etc. 
Hulp? docent

Slide 36 - Slide

Deze les
Verslag 
Korte herhaling en uitleg § 3.3 
Mk en lr H3 tm § 3.3
Toets afspreken

Slide 37 - Slide