At the end of this lesson you can make questions and negative in the past simple correctly!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Unit 2
At the end of this lesson you can make questions and negative in the past simple correctly!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Welke tijd werd gebruikt in deze fragment? Hoe weet je dat?
Slide 3 - Open question
The Past Simple
Bij regelmatige wwBij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed
Je gebruikt de Past Simple als je zeker
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.
2e rij (Past Simple)
Slide 4 - Slide
Een vraag in de past simple
Als je een vraag wilt maken in de past simple, dan zijn er een aantal regels:
Regel 1
was/were en hulpwerkwoorden zoals could, would, must staan aan het begin van de vraag.
Slide 5 - Slide
Examples
Was I late for school? Could he help me with my homework?
Slide 6 - Slide
Een vraag in de past simple
Regel 2 Bij alle andere werkwoorden begin je de vraag met Did gevolgd door het onderwerp en het hele werkwoord.
Slide 7 - Slide
Toelichting regel 2
He worked at the supermarket yesterday. Did he work at the supermarket yesterday? worked verander je terug naar het hele werkwoord (-ed).
We went to the swimming pool last week. Did we go to the swimming pool last week? went verander je terug naar het hele werkwoord go.
Slide 8 - Slide
Hele werkwoord na did.
Als je na 'Did' het werkwoord moet terug veranderen naar het hele werkwoord, kun je dit op twee manieren doen: - regelmatig werkwoord > -ed van het ww af. stopped > stop - onregelmatig werkwoord > 2e vorm terug naar de 1e vorm. went > go
Slide 9 - Slide
Choose the correct Past Simple form: ........ for his test?
A
Did he studyed?
B
Did he studied?
C
Studied he?
D
Did he study?
Slide 10 - Quiz
Choose the correct Past Simple form: ...... see that movie last night?
A
Did you see?
B
Did you seed?
C
Did you saw?
D
Did you seeing?
Slide 11 - Quiz
Vorm een vraag van deze zin: You were happy to go back home.
Slide 12 - Open question
Vorm een vraag: She built this entire house.
Slide 13 - Open question
Vorm een vraag: I took my books.
Slide 14 - Open question
Een ontkenning maken in de past simple.
Slide 15 - Slide
Een ontkenning in de past simple
Regel 1 Bij was/were en een hulpwerkwoord voeg je not toe aan het werkwoord. Je voegt het werkwoord + not samen door > n't wasn't / weren't / couldn't
Slide 16 - Slide
Een ontkenning in de past simple
Het werkwoord + not samenvoegen kun je het makkelijkst onthouden door dit trucje:
not wordt n't. Je zet een apostrof op de plaats van de letter 'o'. couldn't / weren't / wasn't
Slide 17 - Slide
Examples
it wasn't sunny yesterday.
My parents weren't at home this morning. I couldn't see the Mona Lisa in Paris.
Slide 18 - Slide
Een ontkenning in de past simple
Regel 2 Bij alle andere werkwoorden gebruik je didn't. Begin met het onderwerp - didn't - hele werkwoord - rest van de zin.
Let op! Het werkwoord verander je weer terug naar het hele werkwoord, net als bij een vraag!
Slide 19 - Slide
Toelichting regel 2
He sent me a book. He didn't send me a book.
Opbouw ontkenning: onderwerp - didn't - hele werkwoord - rest van de zin. Let op! sent (2e vorm) verandert naar send (1e vorm).
Slide 20 - Slide
More examples
You cut too many onions. You didn't cut too many onions.
I studied two hours last week. I didn't study two hours last week.
Slide 21 - Slide
Choose the correct Past Simple form: Ajax .......... Liverpool last week. They lost the match.
A
didn't beated
B
didn't beaten
C
didn't beat
D
beated not
Slide 22 - Quiz
Choose the correct Past Simple form: We ..... home together.
A
didn't went
B
not went
C
didn't go
D
doesn't go
Slide 23 - Quiz
Vorm een ontkenning: He would help me an hour ago.
Slide 24 - Open question
Vorm een ontkenning: She heard a weird sound.
Slide 25 - Open question
Vorm een ontkenning: You learnt three words.
Slide 26 - Open question
Exit ticket > Vorm een vraag: I finished my book today.
Slide 27 - Open question
Exit ticket > vorm een ontkenning: We were late for school.
Slide 28 - Open question
Leerdoel bereikt? Ik kan een ontkenning vormen en vragen maken in de past simple.
A
Yes
B
Almost, I need more practice.
C
No, I need more explanation.
Slide 29 - Quiz
Write a sentence in the past tense about yesterday. Then make question and negative of it: