Maak zinnen met de werkwoorden

Maak zinnen met de werkwoorden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Maak zinnen met de werkwoorden

Slide 1 - Slide

Maak een zin met 'ze' en het werkwoord:
'dweilen'.

Slide 2 - Open question

Maak een zin met 'hij' en het werkwoord:
'knoeien'.

Slide 3 - Open question

Maak een zin met 'Ik' en het werkwoord:
'blussen'.

Slide 4 - Open question

Maak een zin met 'ik' en het werkwoord:
'nadenken'.

Slide 5 - Open question

Maak een zin met 'wij' en het werkwoord:
'herinneren'.

Slide 6 - Open question

Maak een zin met 'ik' en het werkwoord:
'omdraaien'.

Slide 7 - Open question

Maak een zin met 'wij' en het werkwoord:
'parkeren'.

Slide 8 - Open question

Maak een zin met 'jullie' en het werkwoord:
'plakken'.

Slide 9 - Open question

Maak een zin met 'ik' en het werkwoord:
'regelen'.

Slide 10 - Open question

Maak een zin met 'hij' en het werkwoord:
'ruiken'.

Slide 11 - Open question

Maak een zin met 'jij' en het werkwoord:
'ontdekken'.

Slide 12 - Open question

Maak een zin met 'zij' en het werkwoord:
'schrikken'.

Slide 13 - Open question

Maak een zin met 'ik' en het werkwoord:
'slagen'.

Slide 14 - Open question

Maak een zin met 'zij' en het werkwoord:
'schilderen'.

Slide 15 - Open question

Maak een zin met 'jullie' en het werkwoord:
'trekken aan'.

Slide 16 - Open question

Maak een zin met 'jullie' en het werkwoord:
'trekken aan'.

Slide 17 - Open question

Maak een zin met 'wij' en het werkwoord:
'verhuizen'.

Slide 18 - Open question

Maak een zin met 'zij' en het werkwoord:
'uitpakken'.

Slide 19 - Open question

Maak een zin met 'wij' en het werkwoord:
'zullen'.

Slide 20 - Open question

Maak een zin met 'hij' en het werkwoord:
'verliezen'.

Slide 21 - Open question

Maak een zin met 'ik' en het werkwoord:
'verrassen'.

Slide 22 - Open question

Maak een zin met 'jij' en het werkwoord:
'voorstellen'.

Slide 23 - Open question