Overhoren les 1/2

Les 1-2 Flumen, Lupa
1 / 28
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 1-2 Flumen, Lupa

Slide 1 - Slide

We beginnen met woordjes

Slide 2 - Slide

Sleep het LA woord naar de juiste betekenis
optillen
neerleggen
lachen
komen
huilen
vrezen, bang zijn voor
zien
tollere
ponere
ridére
venire
lacrimare
timére
vidére

Slide 3 - Drag question

Deel de wooren in bij de juiste woordsoort
werkwoord
voorzetsel
zelfstandig naamwoord
inter
ad
in
servus
locus
timére
clamare
audire
flumina
aqua
iubére

Slide 4 - Drag question

Deel de woorden in bij de juiste categorie.
Als iets nergens bij hoort, laat je het op zijn plek staan.
natuur
personen
verplaatsing
filius
rex
mater
portare
accedere
arbor
clamare
audire
venire
aqua
flumen

Slide 5 - Drag question

Dan gaan we nu naar werkwoordsvormen

Slide 6 - Slide

Waar eindigt ieder werkwoord op in de woordenlijsten?
A
us
B
a
C
re
D
x

Slide 7 - Quiz

Sleep de werkwoordsvorm naar het goede vakje
PV 
ev
PV
mv
Infini-
tivus
est
vocat
necare
dicere
vocant
sunt
accedunt

Slide 8 - Drag question

Naamvallen

Slide 9 - Slide

Welke naamval is uxori?
A
nom ev
B
nom mv
C
dat ev
D
acc mv

Slide 10 - Quiz

Welke naamval is feminam?
A
nom ev
B
acc ev
C
nom mv
D
dat mv

Slide 11 - Quiz

Welke naamval is deo?
A
dat ev
B
acc ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 12 - Quiz

Welke vorm staat in de dativus?
Dei pueros feminae protegunt.
A
dei
B
pueros
C
feminae
D
protegunt

Slide 13 - Quiz

Welke vorm staat in de dativus?
Rex mandata servis dat.
A
rex
B
mandata
C
servis
D
dat

Slide 14 - Quiz

Met welke woorden vertaal je een dativus?

Slide 15 - Open question

Tekst 2
Pak tekst 2 erbij maar bedek de woordjes naast de tekst. 

Slide 16 - Slide

Hoeveel persoonsvormen staan er in de eerste 5 regels? (t/m lupam!)
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 17 - Quiz

Met welk andere woord dan "pueri" worden Romulus en Remus aangeduid in r. 1-5 (t/m lupam!)
A
pastor
B
gregem
C
infantes
D
videt

Slide 18 - Quiz

Wat is de vertaling van:
subito infantes audit (r. 3)
A
plotseling horen de baby's
B
plotseling hoort hij baby's

Slide 19 - Quiz

Uit welke regel van de tekst blijkt het meest dat Faustulus geloofde dat de goden de natuur regeren?
A
r. 7
B
r. 10
C
r. 12
D
r. 15

Slide 20 - Quiz

Welke vorm van protegere is protegunt (r. 10)?
A
persoonsvorm enkelvoud
B
persoonsvorm meervoud

Slide 21 - Quiz

Dei pueros protegunt
moet je dus vertalen als:
A
De goden beschermen de jongens
B
De god beschermt de jongens

Slide 22 - Quiz

Welk personage is het onderwerp van tradit (r. 14)?
A
Faustulus
B
pueros
C
uxori
D
de wolvin

Slide 23 - Quiz

Welke personages worden bedoeld met het woord "nobis" (r. 16) ?
A
Romulus en Remus
B
Romulus, Remus en de wolvin
C
Faustulus en zijn vrouw
D
Rhea Silvia en Mars

Slide 24 - Quiz

Cultuur
Achtergrond mythische stichting 

het Forum Romanum

Slide 25 - Slide

Tempel van Vesta
Mars en Rhea Silvia
Romulus en Remus in de Tiber
Faustulus
vindt de 
tweeling 
Faustulus brengt de kinderen thuis

Slide 26 - Drag question

Sleep de namen naar de
 juiste plek in de stamboom.
Anchises,
vader van Aeneas 
Romulus
Remus
Venus
Mars
Lavinia,
vrouw van Aeneas in Latium 
Dido,
vrouw van Aeneas in Africa 
Ascanius/Iulus
(zoon van Aeneas) 

Slide 27 - Drag question

Het Forum heeft drie functies: politiek, religie, handel & rechtspraak. Welk gebouw hoort bij welke functie?
politiek
handel & rechtspraak
religie
drooglegging moeras
basilica 
Curia
Tempels
Cloaca Maxima

Slide 28 - Drag question