H3 par 4 en 5

Noem een recht en een plicht voor de verkoper bij een koopovereenkomst.
1 / 13
next
Slide 1: Open question
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Noem een recht en een plicht voor de verkoper bij een koopovereenkomst.

Slide 1 - Open question

Een mondelinge koopovereenkomst
is ongeldig.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Jana koopt een nieuwe gitaar. Ze heeft een koopovereenkomst gesloten.
Welke uitspraak is waar?
A
Als de gitaar kapot gaat, kan Jana haar geld terug eisen
B
Jana heeft de plicht om te betalen
C
De algemene voorwaarden staan op een plastic tas
D
De verkoper heeft de plicht haar meteen een vervangend exemplaar te geven als deze gitaar kapot gaat

Slide 3 - Quiz

Een jongen van 14 koopt een broodje bij de bakker. Deze koopovereenkomst met een minderjarige is geldig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een koopovereenkomst betekent voor de koper?
A
recht om op tijd te betalen
B
recht op degelijk product
C
plicht om te leveren

Slide 5 - Quiz

Een jongen van 17 koopt een auto.
A
De koopovereenkomst is gesloten en je kunt het niet ongeldig laten verklaren
B
De koopovereenkomst is niet gesloten
C
De koopovereenkomst is gesloten en de ouders kunnen deze bij de rechter ongeldig laten verklaren.

Slide 6 - Quiz

Een volwassen vrouw koopt een mooie trui voor
€ 69. Verder lopend door de winkelstraat ziet ze dezelfde trui voor € 49. Kan ze teruggaan en haar geld terugeisen?
A
Nee, want er is een geldige koopovereenkomst.
B
Ja, want je bent bedrogen
C
Ja, want je hebt gedwaald
D
Ja, want je bent gedwongen

Slide 7 - Quiz

schriftelijke koop
mondelinge koop
Chris tekent een koopovereenkomst voor zijn nieuwe huis

Slide 8 - Drag question

Mevrouw de Bol koopt een antieke Chinese vaas ter waarde van € 8.000. De vaas blijkt na aankoop van de Action te zijn.
Kan de overeenkomst ongedaan gemaakt worden?
A
Nee, mevrouw Ping had beter op moeten letten
B
Ja, want er sprake van bedrog.
C
Nee, want er is sprake van dwaling.
D
Ja, want ze is niet handelingsbekwaam

Slide 9 - Quiz

Aan wie mag je wat verkopen?
Stel je werkt in de winkel van T-mobile als verkoop medewerker. De volgende klanten komen aan je balie voor een abonnement van €53,- per maand in combinatie met de nieuwe Iphone X. Aan wie mag je dit abonnement verkopen?
A
een meisje van 16 jaar dat met vriendinnen in de winkel is. Ze wil heel graag het witte model.
B
een jongen van 20 jaar die zichtbaar leidt aan het Downsyndroom hij is alleen.
C
een man die een abonnement af wil sluiten voor zijn broer die in de gevangenis zit.
D
een vrouw van 40 die onder curatele is gesteld.

Slide 10 - Quiz

Noem nog twee andere marketing-instrumenten van Electrohuis

Slide 11 - Open question

Wanneer is de koop gesloten?
A
op 8 februari
B
op 10 februari
C
op 22 februari
D
op 24 februari

Slide 12 - Quiz

Wanneer wordt ze eigenaar van de wasmachine?
A
op 8 februari
B
op 10 februari
C
op 22 februari
D
op 24 februari

Slide 13 - Quiz