D: grammaire & écrire (la négation).

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

h21: jeudi, le 10 avril 2025.

h22: vendredi, le 11 avril 2025.

But:

Ik kan vertellen dat ik ziek ben & waar ik last van heb.

Ik kan iets schrijven over mijzelf. 

Ik kan de ontkenning gebruiken.

Cours:

Uitleg: ontkenning.

Oefenen.

Zelfstandig werken. 

Devoirs:

L: bron A t/m D

m: ex 15, 16c, 17 t/m 19.

Je voudrais un croissant.

Je ne voudrais pas un croissant.

Je ne voudrais un croissant pas .

Bevestigende zin

foute ontkennende zin

goede ontkennende zin

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Nous parlons français.  

ne

pas

nous

français

parlons

français	néerlandais
ne .... pas
ne .... plus
ne .... jamais
ne .... rien
ne ... pas encore

Vertaal de ontkenningen:

niet ... meer

niets

nog niet

niet / geen

nooit

Nooit
Niets
Niet meer
Niet/geen

Andere ontkenningen.

ne...pas

ne...jamais

ne....plus

ne....rien

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Nous cherchons les cadeaux.  

ne

pas

cadeaux

nous

les

cherchons

Maak ontkennend met n'.... pas :
J'habite à Castricum.  

n'

à

pas

habite

je

Castricum

Zelfstandig werken.

(nakijken)

L: bron A t/m D

m: ex 15, 16c, 17 t/m 19.

Evaluatie

Ça va?

Qu'est-ce-que tu as?

Tu vas voir le docteur?

Je ne suis pas ne forme.

Non, je pense que je suis malade.

Oui, j'ai un rendez-vous demain matin.

niet/geen

nooit

nog niet

niet meer

niets

ne ... jamais

ne ... pas

ne ... pas encore

ne ... rien

ne ... plus

Koppel elke ontkenning aan de juiste vertaling

le lit

le bisou

fatigué(e)

repose-toi

penser

ce matin

toujours

malade

denken

altijd, nog steeds

het bed

rust uit

ziek

de kus

vanochtend

moe