Hoofdstuk 9: verhoudingen en breuken

Hoofdstuk 9
breuken en verhoudingen
1 / 49
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9
breuken en verhoudingen

Slide 1 - Slide

Hoe schrijf je de helft als breuk?

Slide 2 - Open question

Hoeveelste deel is hier gekleurd?

Slide 3 - Open question

Welk deel van de cirkel is gekleurd?

Slide 4 - Open question

Breuken extra oefenen

Slide 5 - Slide

Tekst
5
-
8

Slide 6 - Slide

4
-
5

Slide 7 - Slide


Slide 8 - Open question

Samen oefeningen maken
Wat zijn breuken? 
1 F niveau

Slide 9 - Slide

2. Breuken vereenvoudigen

Slide 10 - Slide

Breuken kun je vereenvoudigen door teller en noemer door hetzelfde getal te delen

2, 3, 5 of 7

2/4 en 5/15 en 4/16 en 14/35

Slide 11 - Slide

Terugblik
- vereenvoudigen van breuken

Slide 12 - Slide

Vereenvoudig de breuk zo ver mogelijk:

104

Slide 13 - Open question

Vereenvoudig de breuk 3/9

Slide 14 - Open question

Hoofdstuk 9.2
verhoudingen  en breuken


Lesdoel: Vermenigvuldigen met breuken
Blz 186 

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 9.3: Terugblik
Uitleg Breuken vermenigvuldigen

Slide 16 - Slide

Uitleg - vermenigvuldigen
1/4 van deze bekers is zwart
Hoeveel bekers zijn zwart?
1/4 x 8 = 

Slide 17 - Slide

Uitleg - vermenigvuldigen
1/4 van deze bekers is zwart
1/4 x 8 = 8 : 4 = 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

6 x 1/8=
6/8= 3/4

Slide 20 - Slide

1/3 deel van de mobieltjes is blauw.
Hoeveel zijn dit?

Slide 21 - Slide

1/3 x 9= 9 : 3 =

Slide 22 - Slide

1/2 van de 60 boeken heb je gelezen. hoeveel is dit?
A
20
B
30
C
40
D
10

Slide 23 - Quiz

Er is 1/4 van de 24 repen chocolade opgegeten. Hoeveel heb je nog?

Slide 24 - Open question

Koekjes:
20 stuks
2/5 heb ik opgegeten.
Hoeveel heb ik opgegeten?
9.2 vermenigvuldigen met breuken 

Slide 25 - Slide

opgegeten
2
aantal koekjes
5
20
Verhoudingstabel

Slide 26 - Slide


12 leerlingen in de klas
1/4 deel zijn niet naw

Hoeveel zijn er naw?

Leerlingen

Slide 27 - Slide

naw
1
aantal ll
4
12
leerlingen

Slide 28 - Slide

Kopen van 4 stukken pizza van 1/6 

Som is:
4 x 1/6

4x 1 = 4, dus 4/6 = 2/3
Geheel getal vermenigvuldigen

Slide 29 - Slide

1. Welke breuk hoort bij 330 ml?
Opdracht:
Je koopt 4 blikjes
Hoeveel liter cola heb je gekocht? 
2. Welke som hoort hierbij?

Slide 30 - Slide

4 x 1/3=
Opdracht:
Je koopt 4 blikjes
Hoeveel liter cola heb je gekocht? 

Slide 31 - Slide

4/3 = vereenvoudig
1 hele en  1/3
Opdracht:
Je koopt 4 blikjes
Hoeveel liter cola heb je gekocht? 

Slide 32 - Slide

Je maakt 5 porties rijst
Je moet aan elke portie 1/6 liter water toevoegen.
Hoeveel water moet je toevoegen
1. Schrijf de som op.
5 X 1/6 
Antwoord
5 x 1/6 = 5/6

Slide 33 - Slide

9.3 Breuken en decimalen
- Je leert een breuk omrekenen naar een decimaal getal
1/10 = 0,1
-Je leert een decimaal getal opschrijven als een breuk
0,6 = 6/10 = 3/5
- Je leert een decimaal getal groter dan een 1 ook als breuk schrijven
2,6 = 2 6/10 = 2 3/5

Slide 34 - Slide

Wat is een decimaal
getal?

Slide 35 - Mind map

- Je leert een breuk omrekenen naar een decimaal getal
0
1
0,1
1/10

Slide 36 - Slide

0,1
1/10
0
1
0,2
0,3
0,21 =21/100

Slide 37 - Slide

1/10 = 0,1
1/100=0,01
1/4 =   0,25
1/5 =   0,2
Onthouden

Slide 38 - Slide

1/10 = 0,1
1/100=0,01
1/4 =   0,25
1/5 =   0,2

Schrijf 2/10 als decimaal
Schrijf 34/100 als decimaal
Onthouden

Slide 39 - Slide

Een decimaal getal opschrijven als een breuk
0,8
0,4
0,25
0,75
Maak: online studiemeter:
breuken vermenigvuldigen
breuken en decimalen

Slide 40 - Slide

Afsluiting
Zoek hetzelfde getal

Slide 41 - Slide

Decimaal getal groter dan 1, schrijven als een breuk
3,5
Splits het getal in eenheden en tienden
3 eenheden en 5 tienden= 3 + 5/10

Slide 42 - Slide

Welk decimaal is gelijk aan 1/4?

Slide 43 - Open question

Welk decimaal is gelijk aan 1/2?

Slide 44 - Open question

Welk decimaal is gelijk aan 2/5?

Slide 45 - Open question

Schrijf het decimale getal op als een breuk: 0,2

Slide 46 - Open question

Schrijf het decimale getal op als een breuk: 0,7

Slide 47 - Open question

Schrijf het decimale getal op als een breuk: 0,8

Slide 48 - Open question

0,5
1,2
0,9
3,75
1 1/5
1/2
9/10
3 3/4

Slide 49 - Drag question