grammaire être, avoir & faire

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Unité 1 grammaire 1 blz. 14 + 15
De werkwoorden 
ÊTRE, AVOIR & FAIRE
Wat weet je nog?

Slide 2 - Slide

Vertaling?
être
avoir
faire
                              hebben
                                      zijn
                    doen/maken

Slide 3 - Drag question

Etre
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils

Slide 4 - Drag question

ETRE: jij bent
A
tu est
B
tu es
C
tu suis
D
tu as

Slide 5 - Quiz

nous ........ (etre)

A
etes
B
sont
C
sommes
D
avons

Slide 6 - Quiz

ETRE: hij is
A
il es
B
il suis
C
il a
D
il est

Slide 7 - Quiz

Vous (etre)

Slide 8 - Open question

avoir
A
hebben
B
zijn
C
doen
D
maken

Slide 9 - Quiz

j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir' 
ik heb
jij hebt
hij/zij/men heeft / we hebben
wij hebben
u heeft, jullie hebben
zij hebben

Slide 10 - Drag question

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 12 - Quiz

avoir
je
A
je ai
B
j'ai
C
je suis
D
je fais

Slide 13 - Quiz

Emma _____(avoir) une bonne note.
timer
0:30

Slide 14 - Open question

faire =
A
doen
B
maken
C
zijn
D
hebben

Slide 15 - Quiz

faire in de présent / tegenwoordige tijd:

nous ____ (faire)
A
fairons
B
fons
C
faisons
D
faites

Slide 16 - Quiz

Je ........... (faire)
A
fais
B
fait
C
font
D
faire

Slide 17 - Quiz

faire in de présent / tegenwoordige tijd:
Vous ( faire)
A
fais
B
faites
C
faisez
D
font

Slide 18 - Quiz


Vul de juiste vorm in van het werkwoord faire.

Tu _____________ du sport?

Slide 19 - Open question