Level 8 en level 9
1 / 18
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Kernwoorden uit L8
Slide 2 - Mind map
Geef een synoniem voor 'data':
A
Informatie
B
Gegevens
C
Grafieken
D
Smartwatch
Slide 3 - Quiz
Wanneer is er sprake van 'informatie'?
Slide 4 - Open question
Er is pas sprake van informatie als er aan de gegevens (data) bepaalde betekenis gegeven wordt.
Klopt!
Klopt niet!
Slide 5 - Poll
Als twee grafieken hetzelfde weergeven, maar je 'interpreteert' het anders, wat gebeurt er dan?
A
Het lijkt anders op het eerste zicht.
B
De gegevens worden gemanipuleerd.
C
Je wordt misleid.
D
Alles hierboven.
Slide 6 - Quiz
Tools om data te verzamelen
Slide 7 - Mind map
Welke data verzamelt een onderneming op een 'klantenkaart'?
A
Welke producten je koopt en hoeveel.
B
Je adres en telefoonnummer.
C
Wanneer je iets koopt.
D
Alles hierboven.
Slide 8 - Quiz
Welke stelling is JUIST over Cookies.
A
Cookies zorgt ervoor dat we persoonlijke reclame ontvangen.
B
Cookies slaat data op.
C
Data van Cookies worden verkocht aan ondernemingen.
D
Alles hierboven.
Slide 9 - Quiz
De drie soorten Cookies zijn:
Functionele, analyserende en marktgerichte.
Functionele, analyserende en marktgerichte.
Juist!
Niet juist!
Slide 10 - Poll
Hoe kunnen adverteerders manipuleren?
Slide 11 - Mind map
Waarom manipuleren ondernemingen foto's/filmpjes?
A
Om (potentiële) klanten voor te liegen.
B
Om (potentiële) klanten te overtuigen om te kopen.
C
Omdat ze Photoshop leuk vinden.
D
Alles hierboven.
Slide 12 - Quiz
Voorbeelden van 'slimme apparaten'
Slide 13 - Mind map
Een synoniem voor 'algoritme'
Slide 14 - Open question
Welke twee stappenplannen bestaan er om een probleem op te lossen?
Slide 15 - Open question
Unplugged computationeel denken:
A
1. Probleemanalyse 2. Probleemdefinitie 3. Algoritme 4. Test
B
1. Probleemdefinitie 2. Probleemanalyse 3. Algoritme 4. Test
C
1. Probleemdefinitie 2. Programmatie 3. Algoritme 4. Test
D
1. Probleemanalyse 2. Probleemdefinitie 3. Algoritme 4. Test
Slide 16 - Quiz
Wat zijn de laatste 3 stappen bij plugged computationeel denken?
A
Programmatie, test, algoritme.
B
Algoritme, test, documentatie/bijsturing
C
Programmatie, test, documentatie/bijsturing.
D
Algoritme, programmatie, test.
Slide 17 - Quiz
Is de volgorde van de 'programmatie' belangrijk?
A
Ja.
B
Nee.
C
Soms.
D
Het is te zien.
