Schizofreniespectrum stoornis en andere psychotische aandoening

Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Vertel in eigen woorden:
Wat is schizofrenie?
Wat zijn positieve en negatieve symptomen?
Wat is het verloop van schizofrenie?
Wat is de behandeling van schizofrenie?


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is volgens jullie schizofrenie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Schizofrenie
Schizofrenie is een hersenaandoening waarbij je last hebt van psychoses.

Tijdens een psychose zie, hoor, voel, proef of ruik je dingen die er niet zijn. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat is dan een psychose? 
Een psychose is een toestand waarbij iemand zijn grip op de realiteit* kwijt is. 
Hij ziet of hoort soms dingen die er niet zijn (hallucinaties) en is overtuigd van bepaalde ideeën die niet kloppen (wanen)

* de werkelijkheid

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten
  1. Paranoïde type
  2. Katatone type
  3. Gedesorganiseerd type
Of, minder specifiek:
  1. Ongedifferentieerd type
  2. Residueel
  3. Schizo- affectieve stoornis

Slide 7 - Slide

Paranoïde: waanideeën/hallicunaties, dingen zien die er niet zijn
Katatone: vlak, rare houdingen, gekke bewegingen
Gedesorganiseerd: geen waanideeën/hallicunaties maar wel onsamenhangend gedrag 

residueel - verleden 
Ongedifferentieerd - meer dan 1
Schizo-affectief - ook manisch depressief

Kijk volgend filmfragment. Welke symptomen herken je?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Wat betekent het voor de cliënt?
Schizofrenie is een chronische, progressieve ziekte van de hersenen.

Schizofrenie komt meestal in de jong-volwassenheid voor het eerst naar voren. 
Doormaken van psychotische periodes, afgewisseld met meer rustige periodes. 

Niet iedereen die een psychose doormaakt heeft schizofrenie. 
Niet iedereen heeft dezelfde symptomen of ervaart dezelfde problemen.      

Treedt meestal op tussen de 16-30 jaar 
1/100 mensen 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is het? 
  • Mentale stoornis 



Heeft last van afwijkende ervaringen en gedrag

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Symptomen van schizofrenie 
Positieve symptomen
Negatieve symptomen
zijn verschijnselen die bij mensen zonder schizofrenie niet voorkomen, zoals hallucinaties (stemmen horen), wanen en verward denken
heten zo, omdat er iets ontbreekt wat er eerst wél was. Hij heeft bijvoorbeeld last van vlakke gevoelens, een gebrek aan energie, hij neemt weinig initiatief, trek zich terug uit sociale contacten en kan zich niet goed concentreren.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Positieve symptomen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hallucinaties

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Onsamenhangende spraak

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Chaotisch en katatoon gedrag

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Negatieve symptomen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

DSM 5
  • Twee of meer symptomen
  • Verminderd functioneren


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

DSM 5 Schizofrenie

Slide 19 - Slide

Beginnen G3V2BD

Schizofrenie gaat vaak gepaard met cognitieve stoornissen"

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

  • cognitief domein
  • aandacht
  • werkgeheugen
  • leren en geheugen
  • executieve functies
  • sociale cognitie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

WAT ZIJN KENMERKEN VAN EEN 
SCHIZOFRENIESPECTRUMSTOORNIS?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Behandeling
Zoek de vormen van behandeling op die je krijgt toebedeeld. 
Bespreek per onderdeel deze vraag en schrijf jullie antwoorden op:
Wat zou deze vorm van behandeling voor Sharon kunnen betekenen?
  1. Medicatie (zoek de werking en bijwerking op van dit medicijn) --> Antipsychotica:
  2. Psychosociale therapie:
  3. Cognitieve gedragstherapie:
  4. Psychotherapie:
  5. Rehabilitatie:
  6. Revalidatieprogramma`s: - Leefstijltrainingen, Job training, Aanleren van vaardigheden voor oplossen van problemen, Sociale vaardigheidstrainingen
 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
Medicatie (zoek de werking en bijwerking op van dit medicijn):
- Antipsychotica 

Psychosociale therapie:
- gericht op sociaal functioneren in instelling, thuis of werk

Cognitieve gedragstherapie:
- Richt zich op gedragsreacties
- Verminderen hallucinaties en negatieve symptomen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
Psychotherapie:
- Bestaan voornamelijk uit gesprekken met een deskundig hulpverlener
- Kan pas plaatsvinden als medicatie effect heeft
- Richt zich op huidige of vroegere problemen, ervaringen, gedachten en gevoelens
 
Rehabilitatie:
- Helpt bij het bestrijden van negatieve symptomen
- Bij deze therapie gaat het niet! om het terugdringen van de ziekte

Revalidatieprogramma`s:
- Leefstijltrainingen
- Job training
- Aanleren van vaardigheden voor oplossen van problemen
- Sociale vaardigheidstrainingen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Begeleiding

  •  Houding - 

  • Luister goed, heb respect en maak geen verwijten. Vraag naar wat hij of zij denkt, ziet, hoort en voelt. Neem hem/haar serieus, maar ga niet in de wanen of hallucinaties mee. Oordeel niet over zijn ideeën, maar geef rustig aan dat u het anders ziet.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Herkennen gedrag schizofrenie
positieve symptomen (gedrag dat je bij gezonde mensen niet ziet): 
  • wanen (vaak zonderling, grillig en vreemd)
  • hallucinaties (vaak stemmen met een negatief karakter)
  • impulsief gedrag (in reactie op dwingende stemmen of bevelshallucinaties), 
  • zich voortdurend onveilig voelen (zich uitend in angst en achterdocht), 
  • overwaardige ideeën en gedachten
  • sterke verandering in sociaal gedrag (valt op bij dagelijkse contacten).

Slide 30 - Slide

This item has no instructions