This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Even laten weten hoe het met je gaat
Jij en je mobieltje
Naamgedicht maken
Slide 2 - Slide
Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Hoe druk heb je het met schoolwerk?
Slide 4 - Poll
Heb je nog zin om naar school te gaan?
😒🙁😐🙂😃
Slide 5 - Poll
Jij en je mobieltje
Slide 6 - Slide
Ik kan best een dag zonder
mijn mobiele telefoon.
A
ja hoor, geen probleem
B
absoluut niet
Slide 7 - Quiz
Mijn
mobieltje...
Slide 8 - Mind map
Wat doe jij allemaal met je mobiel?
Slide 9 - Open question
Hoeveel tijd zit jij per dag
op je mobieltje?
A
minder dan 1 uur
B
tussen 1 en 2 uur
C
tussen 2 en 3 uur
D
meer dan 3 uur
Slide 10 - Quiz
Jongeren op hun mobieltje (per dag)
de feiten
minder dan 1 op de 10 jongeren
minder dan 1 uur
1 op de 10 jongeren tussen 1 en 2 uur
2 op de 10 jongeren tussen 2 en 3 uur
6 op de 10 jongeren meer dan 3 uur
(Onderzoek Een Vandaag uit 2017 onder 715 jongeren van 12-24 jaar)
Slide 11 - Slide
Wat voor soort abonnement heb je?
A
abonnement vaste bundel met toestel
B
eigen toestel en een sim-only abonnement
C
eigen toestel en een prepay bundel
D
anders / weet ik niet
Slide 12 - Quiz
Wat is goedkoper?
A
telefoonabonnement voor 1 jaar
B
telefoonabonnement voor 2 jaar
Slide 13 - Quiz
Wat kost je mobiel (ongeveer)
per maand?
Slide 14 - Open question
Wie betaalt de kosten van jouw
mobiele telefoon en abonnement?
A
ikzelf
B
mijn ouders
C
iemand anders
Slide 15 - Quiz
Het is wel eens gebeurd dat ik mijn telefoonkosten niet kon betalen.
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quiz
Mijn telefoon is van het merk...
A
iPhone / Apple
B
Huawei
C
Samsung
D
ander merk
Slide 17 - Quiz
Wat heb je van
deze les geleerd?
LAATSTE VRAAG
Slide 18 - Open question
Naamgedicht maken
Slide 19 - Slide
Schrijfopdracht
Schrijf een naamgedicht over jezelf bij de letters van jouw eigen naam. Op de volgende dia staat een voorbeeld. Schrijf vervolgens jouw tekst in Word en upload hem in Teams bij Opdrachten. Als jouw naam korter is dan zes letters, dan voeg je extra zinnen toe. Je gedicht heeft dus minimaal zes regels.