1A - wo091220

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

BONJOUR

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Interroger
• Grammaire
• Au travail Les devoirs
  

Vul aan .. 

1. vragen = d..................
2. praten = p............
3.  binnenkomen = e........
4. het geld = L'a.......
5. de bakkerij = la b................
6. het kledingstuk = le v.....................
7. het stokbrood = la b..................

Ça coute combien? 

Vous avez deux croissants?

Grammaire - ontkenning

• Ik eet geen vlees 
• Wij gaan nooit naar een museum 

Ontkenning: geen/nooit

Grammaire - stappenplan

Ne ... pas = niet/geen 

N' ... pas = niet/geen

1. Zoek de persoonsvorm 

2. Zet 'ne' of 'n' voor de persoonsvorm

3. Zet 'pas' achter de persoonsvorm

Grammaire - voorbeeld

Je déteste le chocolat

1. déteste
2. ne déteste
3. ne déteste pas 

Je ne déteste pas le chocolat 

Attention!

Het is/dat is = c'est 

Het is niet/dat is niet = ce n'est pas

Even oefenen .. (maak ontkennend!)

1. Je regarde
2. Nous dansons
3. Elle aime 
4. Vous travaillez
5. C'est super!  

Au travail 

Exercice 30, 31 en 32 

Page 86

Les devoirs

Vendredi 11 décembre  

Apprendre: blokje F

Faire: Exercice 30, 31