Lezing Slumdog Millionaire

Slumdog Millionaire
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slumdog Millionaire

Slide 1 - Slide

Slumdog Millionaire

Slide 2 - Mind map

Ontwikkelingsgebieden

Rood leerdoel 1: Je beschrijft kenmerken van ontwikkelingsgebieden en de situatie van bewoners.

Wit leerdoel 1: Je beschrijft en verklaart verschillen tussen ontwikkelingsgebieden.


Slide 3 - Slide



Rijk

Eerste wereldlanden

Ontwikkelde landen

Centrum

Noord



Arm

Derde wereldlanden

Ontwikkelingslanden

Periferie

Zuid


Veel benamingen voor rijke en arme landen:

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Beroepssectoren
1e sector = primaire sector (landbouw, mijnbouw en visserij)
2e sector = secundaire sector of industriële sector (fabrieken)
3e sector = tertiaire sector of dienstensector
(dienstverlening)
Rijk of arm land?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Met welke kleur worden
ontwikkelingslanden aangegeven?

Slide 8 - Open question

Basisbehoeften
Inkomen
Voedsel
Huisvesting
Onderwijs
Gezondheidszorg 

(IVHOG)

Slide 9 - Slide

Oorzaken armoede
Niveau wit

Slide 10 - Slide

A: Natuurlijke omstandigheden kunnen een oorzaak van armoede zijn.
B: Het hebben van kolonies kan een oorzaak van
armoede zijn.
A
A en B zijn beiden juist
B
A en B zijn beiden onjuist
C
A is juist en B is onjuist
D
A is onjuist en B is juist

Slide 11 - Quiz

Verschillen arm-arm en arm-rijk

Rood leerdoel 2: Je beschrijft kenmerken van ontwikkelingsgebieden en de situatie van bewoners.

Wit leerdoel 2: Je beschrijft en verklaart verschillen tussen ontwikkelingsgebieden.  



Tekst
Hetzelfde als leerdoel 1 :)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Met welke kleur worden
ontwikkelingslanden aangegeven?

Slide 14 - Open question

In welk land is de meeste armoede?
A
Nederland
B
Griekenland
C
China
D
Kenia

Slide 15 - Quiz

Nog een keer:
In welk land is de meeste armoede?
A
Polen
B
Gambia
C
Mexico
D
India

Slide 16 - Quiz

Afhankelijkheid arme en rijke landen

  • Rood leerdoel 3 - Je verklaart de afhankelijkheidsrelatie tussen arme en rijke landen.

  • Wit leerdoel 3 - Je beschrijft en verklaart de handelsrelaties tussen centrum, semi-periferie en periferie.

Slide 17 - Slide

Centrum en periferie
  • Centrum - rijk en machtig. Veel industrie, hoge lonen en veel werkgelegenheid.
  • Periferie - arm en afhankelijk van de centrumlanden. Lage lonen en weinig werkgelegenheid.
  • Semi-periferie - Opkomende landen, worden steeds minder afhankelijk van de centrumlanden.

Slide 18 - Slide

Afhankelijk van het centrum
  • Centrumlanden - hoofdkantoren (hoge lonen, goede omstandigheden)
  • Periferielanden - fabrieken (hard en lang werken, lage lonen, soms slechte omstandigheden).
  • Centrum is afhankelijk van periferie en andersom!

Slide 19 - Slide

Wereldhandel
  • Handel tussen verschillende landen over de wereld.
  • Import - invoer
  • Export - uitvoer


Productiefactoren: (bijv: brood)

Kapitaal (bijv: oven)

Arbeid (bijv: bakker)

Natuur (bijv: graan, melk)

Slide 20 - Slide

Kenmerken van centrumlanden zijn...
A
Lage lonen, macht en veel macht
B
Hoge lonen en weinig macht
C
Hoge lonen en veel macht

Slide 21 - Quiz

De periferie is afhankelijk van het centrum, maar het centrum niet van de periferie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Ontwikkelingssamenwerking


  • Rood leerdoel 5 - Je beschrijft kenmerken van ontwikkelingsgebieden en de situatie van bewoners.


  • Wit leerdoel 5 - Je beschrijft en verklaart verschillen tussen ontwikkelingsgebieden.
  • Rood leerdoel 4 - Je noemt voor- en nadelen van soorten ontwikkelingshulp.


  • Wit leerdoel 4 - Je noemt voor- en nadelen van soorten ontwikkelingshulp.

Slide 23 - Slide

 Millenniumdoelen
  •  Afspraken gemaakt in 2000 voor 2015.
  • Vooruitgang op gebied van armoede, gezondheid, onderwijs en milieu.
  • Slechts drie doelen zijn behaald.

Slide 24 - Slide

Welk millenniumdoel zou je als eerste aanpakken?

Slide 25 - Open question

Soorten hulp
  • Noodhulp - helpen overleven bij een noodsituatie (na een natuurramp).
  • Structurele hulp - langdurige hulp.


Slide 26 - Slide

Welke hulp wordt er vaak direct na een natuurramp aangeboden?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 27 - Quiz

Wat is een ontwikkeld land?
A
Rijk
B
Arm

Slide 28 - Quiz

Wat zijn de periferie landen?
A
Rijk
B
Arm

Slide 29 - Quiz

ISW academy
  • www.iswacademy.nl
  • inlogcodes, foto van maken
  • altijd eerst een oefentoets, minimaal 80% goed 
  • daarna de toets, ook minimaal 80% goed
  • allebei 2 pogingen, wanneer je voor de streefdatum toetst
 

Slide 30 - Slide