(Page: 22-23) 16b. Lees de grammatica.
16c. Onderstreep de persoonsvorm in de zin. Maak daarna de zin ontkennend (bekijk het voorbeeld).
17a. Kruis de ontkennende zinnen aan.
17b. Lees de grammatica.
17c. Maak de zinnen ontkennend. Let op zinsvolgorde.
17d. Zet de woorden in de goede volgorde.
Klaar? Quizlet > de ontkenning + vouloir/pouvoir