Fictie en non-fictie

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Fictie

Slide 2 - Mind map

5

Slide 3 - Video

00:46
Welke voorbeelden van fictie kun je nu opschrijven?

Slide 4 - Open question

01:12
Wat is realistische fictie?

Slide 5 - Open question

01:40
Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 6 - Open question

01:57
Welke voorbeelden van non-fictie kun je nu geven?

Slide 7 - Open question

02:49
Tijdens de uitleg van non-fictie zag je een clip van de film Titanic. Is dit nu fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Realistisch en niet-realistisch
Realistisch
Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren

Niet-realistisch
Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren. 

Slide 10 - Slide



Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 11 - Quiz


Zijn deze boeken fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 12 - Quiz


Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 14 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 15 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non fictie

Slide 17 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 18 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 19 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 20 - Quiz

Is een verhaal waarin dieren kunnen praten, realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 21 - Quiz

Is een verzonnen verhaal (fictie) over loverboys realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 22 - Quiz

En nu jij!

Slide 23 - Slide

Noteer de titel van een boek dat je met plezier gelezen hebt.
timer
1:00

Slide 24 - Open question

Wie was of waren de hoofdpersoon/-personen in jouw favoriete boek?
Beschrijf zijn/hun karakter.
timer
3:00

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Link