This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
6.4 Relaties
Slide 1 - Slide
De plaatjes laten allemaal omnivoren zien ;-)
7.5
6.4
Slide 2 - Slide
Plant = producent. Dier = consument
Trofisch niveau
Producent, consument 1e orde, consument 2e orde etc. noem je: Trofisch niveau
Slide 3 - Slide
Waarmee begint elke voedselketen?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Het verschil tussen een voedselketen en een voedselweb is...
A
Een voedselweb bestaat uit meerdere voedselketens
B
Een voedselketen bestaat uit meerdere voedselwebben
Slide 6 - Quiz
In een bos worden de blaadjes gegeten door rupsen. Deze rupsen dienen als voedsel voor mussen. Die mussen worden vaak opgegeten door buizerds. Welke voedselketen(s) zijn hier te maken?
A
buizerd -> mus ->
rups -> boom
B
boom -> mus ->
rups -> buizerd
C
boom -> rups ->
mus -> buizerd
Slide 7 - Quiz
In een bos worden de blaadjes gegeten door rupsen. Deze rupsen dienen als voedsel voor mussen. Die mussen worden vaak opgegeten door buizerds. Wat is het trofisch niveau van de buizerd?
A
Producent
B
Consument 1e orde
C
Consument 2e orde
D
Consument 3e orde
Slide 8 - Quiz
7.3
Slide 9 - Slide
Een clownvis wordt beschermd door de anemoon, en eet parasieten van de anemoon op. Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 10 - Quiz
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 11 - Quiz
Kokkels groeien op de vinnen van een walvis. De kokkel krijgt meer eten, maar de walvis zwemt daardoor minder snel. Dit is dus...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 12 - Quiz
Een zuigvis lift mee op een haai. De haai heeft er geen last van. Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 13 - Quiz
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 14 - Quiz
Welke term is van toepassing op de relatie tussen zebra en leeuw?
A
Commensalisme
B
Mutualisme
C
Parasitisme
D
Predatie
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Wanneer je een groep konijnen los zou laten op het sportveld (met een stevig hek eromheen), gaan ze zich voortplanten. Wat gebeurt er dan met het sportveld?
Slide 18 - Open question
En wat gebeurt er met de hoeveelheid konijnen? Neemt die alleen maar toe, of ook weer af?
Slide 19 - Open question
De draagkracht van het sportveld was oorspronkelijk genoeg voor 60 konijnen. Na beschadiging niet meer, de draagkracht is nu sterk gedaald. Leg dit uit.
Slide 20 - Open question
Stel op het sportveld worden 6 vossen losgelaten. Die eten de konijnen, planten zich ook voort, en na verloop van tijd ontstaat dan een ...
Slide 21 - Open question
Accumulatie van persistente stoffen Persistent = niet biologisch afbreekbaar
Plastic is ook persistent
Slide 22 - Slide
Accumulatie
Slide 23 - Slide
De accumulatie van persistente giffen in de voedselketen heeft vaak tot gevolg dat...
A
de dieren onderaan de voedselketen het meeste gif in hun lichaam hebben
B
de dieren bovenaan de voedselketen het meeste gif in hun lichaam hebben
C
overal in de voedselketen de dieren ongeveer evenveel gif in hun lichaam hebben.