Hoofdstuk 6 optreden bij onregelmatigheden

• Beveiliging
• MBO
• Studiejaar 3

Hoofdstuk 6

Optreden bij onregelmatigheden

Opbouw les

Terugblik hoofdstuk 5

Theorie 

Opdracht

Afsluiting les

Terugblik persoonlijke beschermingsmiddelen

Een man valt de eigenaar van een hond aan. De hond verdedigt baas en bijt in de kuit van de aanvaller. Welke stelling is waar?

1. De baas moet de schade betalen die de hond heeft veroorzaakt, want er is sprake van schuld aansprakelijkheid.
2. Er is sprake van risico aansprakelijkheid bij de eigenaar van de hond dus er hoeft geen schade betaald te worden.
3. Er is sprake van risico aansprakelijkheid bij de eigenaar van de hond dus moet de schade betaald te worden.
4. Er is geen aansprakelijkheid. Het is het risico van de aanvaller.

Ella krijgt haar nieuwe wasmachine geleverd aan huis. Hij blijkt niet goed te werken en ze belt dan ook de winkeleigenaar op om te bespreken hoe dit opgelost gaat worden. Hier is sprake van:

1. Risicoaansprakelijkheid
2. Civielrechtelijke aansprakelijkheid
3. Strafrechtelijke aansprakelijkheid
4. Contractuele aansprakelijkheid

Jip maakt flinke schade in de deur van zijn buurvrouw tijdens haar verhuizing. Hij doet dit niet expres, maar de buurvrouw wil wel een vergoeding om de deur te laten repareren. Hier is sprake van:

1. Strafrechtelijke aansprakelijkheid
2. Risicoaansprakelijkheid
3. Civielrechtelijke aansprakelijkheid
4. Contractuele aansprakelijkheid

Welke stelling(en) is/zijn juist?
I Uit een onrechtmatige daad ontstaat schadeplicht als er sprake is van schuld, schade en een causaal verband tussen beiden.
II Bij risicoaansprakelijkheid is er altijd sprake van schuld.

1. Alleen I is juist.
2. Alleen II is juist.
3. I en II zijn juist.
4. I en II zijn onjuist.

Een boom valt in het huis van je buren en je wist dat de boom verrot was, hierbij is sprake van?

1. Schuldaansprakelijkheid
2. Wettelijke aansprakelijkheid
3. Risicoaansprakelijkheid
4. Aansprakelijkheid uit rechtmatige daad

Theorie optreden bij onregelmatigheden

Werkzaamheden van een beveiliger zijn vooral gericht op preventie: 

• het voorkomen van

Soms moet er ook repressief opgetreden worden:

• het stoppen van de ongewenste situatie en het zo snel mogelijk herstellen van de gewenste situatie

Theorie optreden bij onregelmatigheden

Voorbeelden ongewenste situaties?

• overtreding huisregels
• bedrijfsongevallen
• verkeersongevallen
• ernstige ongevallen (calamiteiten)

Je kan een onderverdeling maken tussen: een kleine overtreding, ernstige overtreding en calamiteit. 

Het niet juist reageren van een kleine overtreding kan uitgroeien tot een calamiteit (domino-effect).

Theorie optreden bij onregelmatigheden

Kleine overtreding: overtredingen die te maken hebben met het niet naleven van de huisregels.

Ernstige overtreding: wanneer een medewerker zich herhaaldelijk schuldig maakt aan het niet nakomen van de regels of wanneer door het handelen van de medewerker er groot gevaar ontstaat of verwijtbaar handelt.

Calamiteit: ernstige, ongewenste gebeurtenis met mogelijk ernstige gevolgen. Hierbij zal wellicht het ontruimingsplan in werking worden gesteld.

Calamiteitenplan

Een coördinator moet goed op de hoogte zijn van de geldende procedures. Om te zorgen dat het plan up-to-date is, verdient het aanbeveling periodiek overleg te voeren met zowel de interne als externe hulpdiensten. 

Met scenariodenken wordt bedoeld dat alle interne en externe diensten helpen om mee te denken over de risico's en welke dienst welke taak gaat uitvoeren. Het is belangrijk om gecombineerde en regelmatige oefeningen belangrijk.

Calamiteitenplan

Hierbij komen zaken aan de orde: 

• Wie, wanneer en op welke wijze wordt er gealarmeerd?
• Wie is geautoriseerd om hulpdiensten te alarmeren en op welke wijze gebeurt dat?
• Kennis van alarmnummers
• Kennis van verzamelplaatsen
• Bij wie moet men zich melden?

Bij een calamiteit kan het zijn dat een beveiliger repressief moet optreden. Om te kunnen optreden, zal hij goede kennis moeten hebben van de geldende instructies en bevoegdheden.

Opdracht calamiteitenplan

Maak een calamiteitenplan volgens de richtlijnen van bladzijde 96. 

Zorg er voor dat je hiervan een pamflet maakt zoals: 

Afsluiting les

Volgende week: hoofdstuk 6 en toets hoofdstuk 6

Feedback les/docent?