1) Faites: Exercice 36, p.66-67> Gebruik de woorden uit apprendre 9 (p.98 tekstboek)
2) Apprenez (leer) Apprendre 9, p.98 tekstboek
3) Schrijf alle werkwoorden op uit de apprendres van Unité 3, die eindigen op -er. Schrijf de Nederlandse vertaling erachter.
(Vb: regarder = kijken , parler = praten , téléphoner = opbellen ).